In een brief van 24 januari 1992 van de Inspectie van de Volksgezondheid gericht aan plastisch chirurgen, huisartsen en directies van de ziekenhuizen in Nederland staat ten aanzien van de plaatsing van siliconen houdende borstprotheses, voor zover hier van belang, het volgende:
“Door het advies van de Amerikaanse Food and Drug Administration aan plastisch chirurgen om voorlopig geen borstvergrotende operaties uit te voeren waarbij ook siliconenhoudende borstprothesen worden gebruikt, is ook in Nederland publieke belangstelling ontstaan voor complicaties die mogelijk voorkomen na het inbrengen van deze prothesen.
In verband hiermede adviseren wij u vooralsnog het volgende:
1. Bij vrouwen, bij wie siliconenborstprothesen worden ingebracht, is adequate voorlichting over eventuele schadelijke bijwerkingen essentieel.
2. Indien u of uw patiënte twijfelt aan de veiligheid van de siliconenprothesen, adviseren wij u het inbrengen van deze prothesen uit te stellen, tot het definitieve advies van de FDA openbaar is en de wetenschappelijke gegevens bekend zijn.
3. Bij vrouwen met siliconenborstprothesen die geen klachten hebben, behoeft geen actie te worden ondernomen.
4. Ten aanzien van vrouwen, die menen klachten te hebben ten gevolge van een siliconenborstprothese, raden wij u aan deze klachten nauwkeurig te onderzoeken, met speciale aandacht voor fibrosering en autoimmuunfenomenen.
(…)”