Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
“Ik maak je deur kapot”en
“Voordat je thuis komt zijn je ramen kapot”. [3] Omdat [medeverdachte 1] hem bleef bellen vertrok hij uiteindelijk naar huis. Thuis zag hij dat de ruit van de voordeur kapot was en dat er een steen in de woning lag. [4] Op 12 september 2020, om 00.33 uur kwamen verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] ter plaatste aan de [adres 2] . Zij zagen dat een ruit bij de voordeur was vernield. [5] Door een glaszetter werd een tijdelijke ruit geplaatst. [6] [slachtoffer] is vervolgens op de bank in slaap gevallen en werd op enig moment wakker van glasgerinkel. [7] Hij zag dat de tijdelijke ruit kapot was en dat er weer een baksteen in de gang lag. [8] Buiten zag hij [medeverdachte 1] , de vriendin van [medeverdachte 1] (zijnde verdachte [verdachte] , hierna: [verdachte] ) en [medeverdachte 2] (zijnde verdachte [medeverdachte 2] , hierna [medeverdachte 2] ) staan. [9] Hij hoorde dat [medeverdachte 1] riep dat hij naar buiten moest komen. [10] Om 4.16 uur belde [slachtoffer] de politie. [11] Vervolgens hoorde hij weer een boem tegen de deur. Hij hoorde dat ze stenen tegen de deur bleven gooien. Hij werd binnen door de stenen geraakt. Hij hoorde dat [medeverdachte 1] opnieuw riep dat hij naar buiten moest komen en dat hij hem dood ging maken. Met een snijplank ging hij naar buiten. Toen hij buiten kwam, rende [medeverdachte 1] van hem weg, hij ging achter hem aan en kreeg hem te pakken. [12] Hij pakte [medeverdachte 1] met beide handen bij zijn benen vast. [medeverdachte 1] verzette zich en vervolgens werd er door [medeverdachte 1] , [verdachte] en [medeverdachte 2] geduwd, getrokken en gevochten. Door [medeverdachte 1] werd met een mes in zijn handen en polsen gestoken. [verdachte] sloeg hem in zijn gezicht met een vuist en met platte hand. [13] [medeverdachte 2] riep dat hij [medeverdachte 1] los moest laten omdat hij heel erg aan het bloeden was. [14]
“Wij hoorden het geluid van een vloeistof welke op de grond kletterde. Wij zagen dat dit geluid werd veroorzaakt door bloed welke uit de handen van [slachtoffer] spoot. Wij zagen dat [slachtoffer] hevig bloedde aan beiden handen. Wij zagen dat zijn rechterhand een diepe vleeswond had. Spieren en pezen waren zichtbaar. Het zag er verontrustend uit. Het bloed spoot uit zijn rechterhand. Wij hoorden [slachtoffer] kermen van de pijn. Ik, verbalisant [verbalisant 1] , pakte de duim en het andere deel van de hand van [slachtoffer] en drukte deze tegen elkaar. Dit teneinde het teneinde te trachten het bloeden te stoppen. Echter stopte dit onvoldoende de bloeding. Wij zagen dat de linkerhand van [slachtoffer] eveneens was voorzien van een vleeswond. Er stak een stuk pees, spier of bot uit.”Aan de rechterarm van [slachtoffer] werd een tourniquet aangebracht waardoor het bloeden aan de rechterhand afnam. Dit was volgens verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] noodzakelijk omdat [slachtoffer] anders wellicht zou zijn doodgebloed. [slachtoffer] had volgens hen een hoop bloed verloren. Naast de vleeswonden aan de handen werd een vleeswond aan het been waargenomen en een snee onder de kin van [slachtoffer] . [15]
“Pak een plank, pak een plank”. Ze zag dat de verdachte een mes in zijn rechterhand had, een soort keukenmes van 15 à 20 cm lang, kleur zwart. De verdachte had een oranje/roodachtige ‘hoodie’ aan. Hij had zwart haar en van buitenlandse komaf. De huidskleur van het slachtoffer was donker. Hij had (korte) dreads. De vrouw had blond haar en de man was volgens [getuige 1] kaal en iets forser. Zij zag dat de andere man en vrouw aan het duwen en aan het trekken waren. Zij zag dat zij op een gegeven moment met de verdachte wegliepen. Zij had van het voorval een filmpje met haar telefoon gemaakt. Volgens [getuige 1] is op het filmpje te zien dat de verdachte op de grond ligt met het mes in zijn handen en dat het slachtoffer op hem intrapt. [20]
“Ik pak jou nog”. Zij zag deze man met de vrouw en de andere man naar links lopen en het slachtoffer naar rechts. [26]
“Kom dan”. Even later zag hij dat er een vechtpartij was uitgebroken tussen die mensen. Op enig moment zag hij dat de vrouw die in het groepje aanwezig was met een plank sloeg naar een persoon die voorover gebogen stond. Hij zag dat zij meerdere keren sloeg. Ook zag hij dat zij het voorwerp in haar handen met beide handen vasthield en enkele malen op de rug sloeg van de persoon die voorover gebogen stond. Vervolgens zag hij dat de persoon die werd geslagen zich losmaakte van de groep enkele meters wegliep. Ook de vrouw zag hij enigszins weglopen. Hij zag toen twee mensen op straat liggen. Het volgende wat hij bewust zag was dat iemand twee keer een slaande of stekende beweging maakte naar een persoon die op de grond lag. [31]
“Wat zei je over mijn moeder?”, waarop hij zag dat de vrouw naar de man toeliep en hem sloeg of duwde. Verder hoorde hij de vrouw roepen:
“Dan moet je maar niet van die rare berichten sturen”. [32]
“Ik neuk je! Je familie! Je gaat eraan!”of woorden van gelijke strekking. Vervolgens hoorde zij glasgerinkel en hoorde zij personen weglopen in de richting van de [straatnaam 1] . De stem die zij hoorde schreeuwen werd minder luid. Zij hoorde verder de onderbuurman bij de voordeur praten, waarbij het leek alsof hij aan de telefoon was. Zij hoorde de man die zij eerder hoorde schreeuwen terugkomen. Ze hoorde dat hij schreeuwde:
“Kom dan, kom dan”. [33]
“ik maak je dood”of
“je gaat eraan”.De rechtbank is van oordeel dat verdachte en zijn mededaders daardoor gericht de confrontatie zijn gaan opzoeken met [slachtoffer] . Vervolgens is er op straat een vechtpartij ontstaan en is er door [medeverdachte 1] , [verdachte] en [medeverdachte 2] geweld gebruikt richting [slachtoffer] dat bestond uit trekken, schoppen en slaan. [verdachte] heeft daarbij met de snij- of broodplank tegen [slachtoffer] aangeslagen. [medeverdachte 1] heeft daarbij met een mes op [slachtoffer] ingestoken, waarbij hij meerdere diepe steek- en of snijwonden heeft toegebracht. [medeverdachte 2] heeft vervolgens geroepen tegen [slachtoffer] dat hij [medeverdachte 1] moest los laten omdat [slachtoffer] ernstig aan het bloeden was. [medeverdachte 1] , [verdachte] en [medeverdachte 2] zijn vervolgens vertrokken, terwijl ze [slachtoffer] bloedend achterlieten. [medeverdachte 1] nam het mes mee. De rechtbank is van oordeel dat [verdachte] zich daarom schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van poging tot doodslag. Uit verdachtes handelen leidt de rechtbank verdachtes opzet op de dood af. Immers heeft zij [slachtoffer] geschopt en geslagen (ook met een broodplank), terwijl [slachtoffer] door [medeverdachte 1] met een mes werd gestoken die voorafgaand daaraan de woorden
“Ik maak je dood”en/of
“Je gaat eraan”,of woorden van gelijke strekking, heeft gebezigd.
3.De bewezenverklaring
of omstreeks12 september 2020 te Wageningen, tezamen en in vereniging met
een of meeranderen,
althans alleen,ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om
althans eenmaal,met een
machete/(kap)mes,
althans een steekvoorwerp,in/op de arm(en) en/of de polsen en/of
/ofdie [slachtoffer] heeft geslagen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van het feit
wederrechtelijkheeft aangevallen.
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel
8.De beoordeling van de civiele vordering
€ 1.906,53.Voor het overige zal de benadeelde partij niet ontvankelijk worden verklaard in de vordering. De benadeelde partij kan dit deel van de vordering nog aan de burgerlijke rechter voorleggen.
- verdachte het oogmerk had het nadeel toe te brengen,
- de benadeelde partij lichamelijk letsel heeft opgelopen,
- de benadeelde partij in zijn eer of goede naam is geschaad, of
- de benadeelde partij op andere wijze in de persoon is aangetast.
9.De toegepaste wettelijke bepalingen
10.De beslissing
550 dagen;
360 dagen,
niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, omdat verdachte zich voor het einde van de
proeftijd van drie jarenniet heeft gehouden aan de volgende voorwaarden:
stelt als algemene voorwaarde datverdachte zich niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
stelt als bijzondere voorwaarden dat:
stelt als overige voorwaarden dat:
[slachtoffer]van:
€ 1.906,53aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 februari 2021 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald, en
€ 20.000,-aan smartengeld, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 12 september 2020 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald;
[slachtoffer]voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering tot materiële schade;
€ 10,14;
[slachtoffer], een bedrag te betalen van:
€ 1.906,53aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 februari 2021 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald, en
€ 20.000,-aan smartengeld, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 12 september 2020 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald;
€ 21.906,53, niet wordt betaald, kunnen
144 dagen gijzelingworden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;