Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.[verweerder 1] ,
[verweerder 2],
[verweerder 3],
[verweerder 4],
[verweerder 5],
1.De procedure
- het verzoekschrift
- de brief van de rechtbank van 12 maart 2020
- de brief van [verzoeker] van 24 maart 2020
- de brief met bijlagen van [verzoeker] van 8 juni 2020
- het verweerschrift
- de mondelinge behandeling via Skype voor bedrijven. Verschenen zijn enerzijds [verzoeker] bijgestaan door mr. Van Schoonhoven voornoemd en anderzijds verweerder sub 2 en [naam 1] , letselschadespecialist van NN, bijgestaan door mr. Klashorst voornoemd. Mr. Van Schoonhoven heeft het standpunt van haar cliënt mede aan de hand van pleitnotities uiteengezet en daarbij een declaratie en specificatie van haar werkzaamheden overgelegd.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
door het dieraangerichte schade, zoals in de stellingen van [verzoeker] besloten ligt en voor aansprakelijkheid op de voet van art. 6:179 BW is vereist. De plotselinge sprong van de stier is geen uiting van de eigen energie van het dier, maar een voorzienbaar gevolg van een niet goed uitgevoerde noodslachting, aldus NN c.s. In dat verband is het volgende van belang.