Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
uitspraak van de meervoudige kamer van
[eiser] (eiser) en [eiseres] (eiseres), te [woonplaats],
de minister van Justitie en Veiligheid te 's-Gravenhage, verweerder.
Procesverloop
- geweigerd een aantal documenten openbaar te maken;
- de overige documenten openbaar gemaakt, met uitzondering van de weggelakte tekstdelen.
- de weigering om een aantal documenten openbaar te maken gehandhaafd;
- in de overige documenten alsnog een aantal tekstdelen openbaar gemaakt.
“Departementaal deel”/”deel A”.”
Beslissing
- verklaart de beroepen in de zaken 18/610, 18/612 en 19/2396 gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit van 4 juli 2018 in de zaken 18/610 en 18/612;
- vernietigt het bestreden besluit van 26 maart 2019 in zaak 19/2396;
- draagt verweerder op binnen vier maanden na verzending van deze uitspraak in de zaken 18/610, 18/612 en 19/2396 een nieuw besluit op bezwaar te nemen;
- verklaart het beroep in de zaak 18/611 gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit van 31 oktober 2017, aangevuld bij besluit van 21 november 2017, voor zover verweerder het eerste deel van pagina 1 in document 89 niet openbaar heeft gemaakt;
- draagt verweerder op binnen twee maanden na verzending van deze uitspraak in de zaak 18/611 een nieuw besluit op bezwaar te nemen met inachtneming van de nummers 6.8 en 7 van deze uitspraak;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eisers ten bedrage van € € 3.390,40;
- bepaalt dat verweerder de door eisers betaalde griffierechten van € 678 aan hen vergoedt.