ECLI:NL:RBGEL:2019:4034
Rechtbank Gelderland
- Mondelinge uitspraak
- Rechtspraak.nl
Fiscale oudedagsreserve en navorderingsaanslag inkomstenbelasting
In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 11 september 2019 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. [A], en de inspecteur van de Belastingdienst, kantoor Doetinchem. De zaak betreft de navorderingsaanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) voor het jaar 2014, waarbij de Belastingdienst de vrijval van de fiscale oudedagsreserve (FOR) heeft nagevorderd. Eiser heeft zijn onderneming in 2014 gestaakt en had in zijn aangiften IB/PVV tussen 2001 en 2014 geen FOR aangegeven, terwijl hij in 2001 een FOR van € 14.400 had vermeld. De rechtbank oordeelt dat de Belastingdienst de navordering op grond van de foutenleer terecht heeft uitgevoerd. Eiser stelde dat hij niet op de hoogte was van de FOR en dat deze in 2004 had moeten vrijvallen, maar de rechtbank oordeelt dat de inspecteur niet in gebreke is gebleven. De rechtbank verwijst naar relevante wetgeving en eerdere jurisprudentie om te onderbouwen dat de foutenleer van toepassing is en dat de FOR terecht is nagevorderd. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.