Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
[dochter verzoekster]
1.[verweerder]
[verweerder 2, tevens verzoekster],
1.De procedure
- het verzoekschrift
- de verweerschriften
- de brief met bijlagen van [verweerder] van 4 mei 2018
- de e-mail met bijlage van [verzoekster] qq van 4 mei 2018
- de mondelinge behandeling. Verschenen zijn [verzoekster] qq, bijgestaan door mr. Peters voornoemd, en mrs. Spronck en De Lange voornoemd. De advocaten van partijen hebben de standpunten van hun cliënten mede aan de hand van spreekaantekeningen uiteen gezet.
2. De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
De tegen [verweerder] gerichte verzoeken
sans préjudiceieder € 7.500,00 aan [verzoekster] qq zullen betalen. [verzoekster] qq heeft niet meer aangegeven dat zij niettemin belang heeft bij het gevraagde voorschot van € 14.000,00. Bij deze stand van zaken bestaat geen aanleiding een voorschot op de schadevergoeding op te leggen, zoals onder 6 is verzocht.