Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
904,00(2 punt × tarief € 452,00)
Rechtbank Gelderland
In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 7 maart 2018 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen [Eiser] en [gedaagde]. De zaak betreft een vordering van [gedaagde] tegen [Eiser] om deze te veroordelen zich binnen 24 uur bij de notaris te vervoegen voor medewerking aan de doorhaling van een hypothecaire zekerheid, op straffe van een dwangsom. De achtergrond van de zaak ligt in een eerdere echtscheiding en de verdeling van de huwelijksgemeenschap, waarbij [gedaagde] een geldlening aan [ex-echtgenote] moest aflossen, waarvoor hypothecaire zekerheid was gesteld op een woning. [Eiser] had zich op 26 juli 2013 bij de notaris gemeld, maar er ontstond onduidelijkheid over de ondertekening van de benodigde volmacht. [Eiser] stelde dat hij tijdig had voldaan aan de veroordeling uit het kort geding, terwijl [gedaagde] betoogde dat [Eiser] niet tijdig had meegewerkt. De rechtbank oordeelde dat [Eiser] zich tijdig had vervoegd en dat hij had voldaan aan de veroordeling, waardoor er geen dwangsommen waren verbeurd. De rechtbank verklaarde voor recht dat [Eiser] geen dwangsom verschuldigd was aan [gedaagde] en veroordeelde [gedaagde] in de proceskosten.