In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 21 maart 2018 uitspraak gedaan in een geschil over de niet-ontvankelijkheid van een bezwaarschrift tegen de voldoening van omzetbelasting door eiseres, een vennootschap onder firma die acupunctuurdiensten verleent. Eiseres had op 24 juli 2013 de verschuldigde omzetbelasting over het tweede kwartaal 2013 voldaan, maar maakte op 5 november 2013 bezwaar tegen deze voldoening. De inspecteur van de Belastingdienst verklaarde het bezwaarschrift op 14 april 2017 niet-ontvankelijk wegens termijnoverschrijding. Eiseres stelde dat de termijnoverschrijding verschoonbaar was, omdat er geen rechtsmiddelenclausule op het aangifteformulier was opgenomen. De rechtbank oordeelde dat de termijnoverschrijding inderdaad verschoonbaar was, omdat eiseres niet redelijkerwijs kon weten dat zij binnen een bepaalde termijn bezwaar moest maken. De rechtbank honoreerde het beroep van eiseres en verklaarde het bezwaar ontvankelijk, waarbij zij zelf in de zaak voorzag door te bepalen dat eiseres recht had op teruggave van de voldane omzetbelasting van € 13.292. Tevens werd de inspecteur veroordeeld in de proceskosten van eiseres, vastgesteld op € 1.002.