ECLI:NL:RBGEL:2018:1239
Rechtbank Gelderland
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Executiegeschil over rekening en verantwoording met betrekking tot huurinkomsten en dwangsommen
In deze zaak, die zich afspeelt in het kader van een executiegeschil, heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Gelderland op 14 februari 2018 uitspraak gedaan. De zaak betreft een geschil tussen [eiseres], die zich bezighoudt met verhuurbemiddeling, en de besloten vennootschap AZUR INVESTMENTS NEDERLAND B.V., die zich richt op de ontwikkeling en verhuur van recreatief onroerend goed. De kern van het geschil draait om de vraag of [eiseres] heeft voldaan aan een eerder veroordelend vonnis van 24 april 2017, waarin zij werd opgedragen rekening en verantwoording af te leggen over de huurinkomsten van bepaalde appartementen en villa's.
De voorzieningenrechter oordeelt dat uit de door beide partijen verstrekte informatie niet met voldoende zekerheid kan worden vastgesteld of [eiseres] al dan niet aan het veroordelend vonnis heeft voldaan. De wederpartij, AZUR INVESTMENTS, heeft niet voldoende bewijs geleverd dat [eiseres] in gebreke is gebleven. De voorzieningenrechter concludeert dat de executie van dwangsommen moet worden gestaakt en dat de eerder opgelegde beslagen moeten worden opgeheven. Tevens wordt AZUR INVESTMENTS veroordeeld om reeds geïncasseerde bedragen aan [eiseres] te restitueren.
In reconventie vordert AZUR INVESTMENTS betaling van nog openstaande huuropbrengsten, maar ook deze vordering wordt afgewezen, omdat niet met voldoende zekerheid kan worden vastgesteld dat [eiseres] deze bedragen verschuldigd is. De voorzieningenrechter wijst de vorderingen van AZUR INVESTMENTS af en veroordeelt hen in de proceskosten.