ECLI:NL:HR:2007:AZ3085
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- O. de Savornin Lohman
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- J.C. van Oven
- F.B. Bakels
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Executiegeschil over tenuitvoerlegging van een kortgedingvonnis met rectificatie van onrechtmatige uitlatingen
In deze zaak gaat het om een executiegeschil naar aanleiding van een kortgedingvonnis waarin de eiser, [eiser], werd veroordeeld tot rectificatie van onrechtmatige uitlatingen over de verweerder, [verweerder]. De voorzieningenrechter in de rechtbank 's-Hertogenbosch had op 9 september 2004 geoordeeld dat de uitlatingen van [eiser] onrechtmatig waren, ongeacht de waarheidsgetrouwe basis van de beschuldigingen. [Eiser] had in een brief van 24 mei 2004 beschuldigingen geuit tegen [verweerder] en deze uitlatingen waren als nodeloos diffamerend beoordeeld. De voorzieningenrechter legde [eiser] op om te rectificeren, wat hij deed, maar met toevoeging van commentaar dat de rectificatie volgens [verweerder] volledig ontkrachtte.
Na de rectificatie heeft [verweerder] geclaimd dat [eiser] niet aan de veroordeling had voldaan, wat leidde tot een deurwaardersexploit en een kort geding. De voorzieningenrechter weigerde de gevraagde voorziening en het hof bekrachtigde dit vonnis. [Eiser] ging in cassatie, waarbij de Hoge Raad moest beoordelen of de toevoeging van commentaar aan de rectificatie rechtmatig was. De Hoge Raad oordeelde dat de toevoegingen de rectificatie volledig ontkrachtten en dat [eiser] niet had voldaan aan het bevel tot rectificatie. De Hoge Raad verwierp het beroep en veroordeelde [eiser] in de kosten van het geding in cassatie.