Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.De procedure
- het tussenvonnis van 21 september 2016
- het verkort proces-verbaal van comparitie van 12 januari 2017
- de akte houdende eisvermeerdering van TenneT
- de akte houdende reactie eiswijziging van ABB.
2.Vertrouwelijkheidsregime?
RBB Economics (verder: RBB) is een internationaal adviesbureau, gespecialiseerd in het geven van advies over de economische aspecten van de toepassing van het mededingingsrecht. Haar rapport van 9 september 2013 draagt de titel: ‘Een beoordeling van de mogelijke schade die TenneT en/of Saranne hebben geleden bij de aankoop van een GGS installatie van ABB in 1993’. De conclusie van RBB is, samengevat, dat op grond van haar bevindingen met betrekking tot de winstmarges van ABB niet aannemelijk is dat TenneT (c.q. Sep) enige overcharge heeft betaald aan ABB voor de GGS-installatie te Eemshaven die in 1993 is gekocht en in 1995 is geleverd. Voorts concludeert RBB dat, zo er al sprake zou zijn geweest van een overcharge, TenneT een zeer aanmerkelijk deel daarvan heeft doorberekend aan haar afnemers.
Frontier Economics is een ander internationaal adviesbureau, gespecialiseerd in economische analyses. ABB heeft de uitgangspunten en methodes van RBB door dit bureau laten verifiëren en dit bureau heeft hierover gerapporteerd in september 2013.
Te dien aanzien overweegt de rechtbank als volgt.
3.De feiten en het geschil
ABB is van dat vonnis in hoger beroep gegaan en het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft bij arrest van 2 september 2014 (ECLI:NL:GHARL:2014:6766) het vonnis van de rechtbank bekrachtigd onder verbetering van gronden.
TenneT heeft tegen dat arrest beroep in cassatie ingesteld en ABB heeft incidenteel cassatieberoep ingesteld. Bij arrest van 8 juli 2016 (ECLI:NL:HR:2016:1483) heeft de Hoge Raad zowel het principaal als het incidenteel beroep verworpen.
4.De beoordeling van het geschil
vanaf 6 augustus 1993 over de volgende 5%, dus over € 1.155.000,00;
vanaf 29 augustus 1993 over de daaropvolgende 20%, dus over € 4.620.000,00;
vanaf 2 juli 1994 over de volgende 35%, dus over € 8.085.000,00;
vanaf 26 december 1994 over de volgende 5%, dus over € 1.155.000,00;
vanaf 16 april 1995 over de volgende 10%, dus over € 2.310.000,00 en
vanaf 21 mei 1995 over de laatste 20%, dus over € 4.620.000,00.
8.027,50(2,5 punten × tarief € 3.211,00)
5.De beslissing
vanaf 6 augustus 1993 over de volgende 5%, dus over € 1.155.000,00;
vanaf 29 augustus 1993 over de daaropvolgende 20%, dus over € 4.620.000,00;
vanaf 2 juli 1994 over de volgende 35%, dus over € 8.085.000,00;
vanaf 26 december 1994 over de volgende 5%, dus over € 1.155.000,00;
vanaf 16 april 1995 over de volgende 10%, dus over € 2.310.000,00 en
vanaf 21 mei 1995 over de laatste 20%, dus over € 4.620.000,00,