ECLI:NL:RBGEL:2016:3933
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Proceskostenvergoeding in bezwaar bij besluiten op grond van de Wmo 2015
In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan over een groot aantal besluiten op bezwaar die door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Berkelland zijn genomen op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015). De rechtbank heeft op 1 februari 2016 172 beroepschriften ontvangen, ingediend door een gemachtigde namens 172 verschillende personen. De verweerder heeft een verweerschrift ingediend en het onderzoek ter zitting vond plaats op 7 juni 2016. De beroepen zijn gevoegd behandeld, waarbij eisers zich lieten vertegenwoordigen door hun gemachtigde en verweerder door T. Hendriksen en S. Kruit, bijgestaan door mr. L.J. Gerritsen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat verweerder in zijn besluiten op bezwaar de bezwaren van eisers gegrond heeft verklaard en dat de oude bestaande voorziening in de vorm van een persoonsgebonden budget vanaf 1 januari 2016 blijft gehandhaafd. De rechtbank oordeelt dat verweerder niet is geslaagd in het aannemelijk maken van bijzondere omstandigheden die een afwijking van de forfaitaire regeling voor proceskosten rechtvaardigen. De rechtbank verklaart de beroepen gegrond, vernietigt de bestreden besluiten voor zover het de proceskostenvergoeding betreft en stelt de proceskostenvergoeding vast op € 121.048. Tevens dient verweerder het griffierecht van € 7.866 te vergoeden aan eisers.
De rechtbank benadrukt dat de bijzondere omstandigheden die in eerdere arresten van de Hoge Raad zijn genoemd, in deze zaak niet van toepassing zijn. De rechtbank concludeert dat het voor elke individuele zaak vasthouden aan de forfaitaire regeling niet leidt tot een vergoeding die de in redelijkheid gemaakte kosten ver overtreft. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun rechtsmiddelen.