ECLI:NL:RBDOR:2010:BO1774

Rechtbank Dordrecht

Datum uitspraak
11 oktober 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
10/131
Instantie
Rechtbank Dordrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beslaglegging en teruggave van privébestanden in het kader van rechtshulpverzoek

Op 10 mei 2010 diende klaagster, vertegenwoordigd door mr. M.J. Smit, een klaagschrift in bij de rechtbank Dordrecht, waarin zij verzocht om teruggave van in beslag genomen privébestanden. Deze bestanden waren in beslag genomen in het kader van een rechtshulpverzoek van de Republiek Mauritius. De rechtbank heeft op 11 oktober 2010 de zaak behandeld, waarbij ook de officier van justitie, mr. P.T.R. Bliek, aanwezig was. De rechtbank oordeelde dat voor een goede beoordeling van het verzoek een nadere selectie van de in beslag genomen voorwerpen noodzakelijk was. De rechter-commissaris werd belast met deze selectie, waarbij de Rijksrecherche ingeschakeld zou worden. De rechtbank benadrukte dat de Rijksrecherche zich uitsluitend met de rechter-commissaris diende te verstaan en dat het proces-verbaal van de selectie gedetailleerd moest zijn, zodat alle procespartijen hun standpunten konden baseren op de bevindingen. De rechtbank schorste het onderzoek voor onbepaalde tijd en verwees de zaak terug naar de rechter-commissaris voor verdere behandeling. De beslissing werd genomen door een meervoudige raadkamer, bestaande uit de rechters T.F. van der Lugt, M.A. Waals en F. van Laanen, en werd openbaar uitgesproken op 11 oktober 2010.

Uitspraak

RECHTBANK DORDRECHT
Sector Strafrecht
Meervoudige raadkamer
Registratienummer: 10/131
Uitspraakdatum: 11 oktober 2010
beschikking (artikel 552a Wetboek van Strafvordering)
1. Ontstaan en loop van de procedure
Op 10 mei 2010 is op de griffie van de rechtbank Dordrecht ingekomen een klaagschrift, gedateerd 6 mei 2010 van mr. M.J. Smit, gemachtigde van:
[NAAM KLAAGSTER], klaagster,
geboren op [geboortedatum] in 1983 te [geboorteplaats],
wonende te [adres en woonplaats],
domicilie kiezende te 3311 JG Dordrecht, Burgemeester de Raadtsingel 93B, ten kantore van mr. M.J. Smit, advocaat.
Het klaagschrift strekt -kort gezegd- tot opheffing van het onder [bedrijfsnaam 1] gelegde beslag, met last tot teruggave aan klaagster van de privébestanden, welke vrijwel allen zijn opgeslagen in een map met de bestandsnaam '[bestandsnaam]'.
Op 27 september 2010 is dit klaagschrift op een openbare zitting in raadkamer behandeld.
Voor klaagster is verschenen en gehoord mr. M.J. Smit, voornoemd. Tevens was aanwezig en is gehoord de officier van justitie mr. P.T.R. Bliek.
Gelijktijdig waren op deze zitting aan de orde:
- een vordering op grond van artikel 552p, tweede lid Sv. Zij is afkomstig van de officier van
justitie en betreft het inbeslaggenomene. Zij strekt ertoe dat de rechtbank verlof verleent om
het inbeslaggenomene ter beschikking te stellen van de (rechtshulp)officier van justitie, gelet
op rechtshulpverzoeken van de Republiek Mauritius en met inachtneming van het hier
toepasselijke Verdrag van de Verenigde Naties tegen corruptie;
- drie klaagschriften, ingediend door of namens de belanghebbenden [naam], [bedrijfsnaam 2] en [bedrijdsnaam 1] en mr. P.T.R. Bliek, officier van
justitie, op grond van artikel 552a Sv. Zij zijn ingediend vanwege (rechts)personen onder wie
beslag is gelegd (hierna: de beslagenen). Voor hen verschenen in de respectieve zaken: mr.
D.S. Schreuders, advocaat te Amsterdam, mr. G.J.K. Elsen en dr. mr. P.M. van Russen Groen,
advocaten te 's-Gravenhage en de officier van justitie mr. P.T.R. Bliek.
Er is proces-verbaal opgemaakt van wat ter zitting plaatsvond en de inhoud daarvan wordt als hier ingelast beschouwd. De rechtbank heeft op de zitting beschikt dat de behandeling van, kort gezegd, de verlofvordering wordt aangehouden en bepaald dat op de klaagschriften die vanwege beslagenen zijn ingediend, op 11 oktober 2010 wordt beschikt met uitzondering van het klaagschrift van de officier van justitie waarin de rechtbank terstond beschikking heeft gewezen.
2. Beoordeling
Standpunt klaagster
Namens klaagster is primair verzocht om het beklag gegrond te verklaren, het beslag op te heffen en de daarmee overeenkomende last tot teruggave af te geven, vernietiging van de kopieën van de privébestanden van zowel de op de CD-ROM opgeslagen informatie van de algemene schijf van de server als de privéschijf en een verbod op kennisneming daarvan.
Namens klaagster is er onder meer op gewezen dat afgifte van de privébestanden aan de officier van justitie schending van haar privacy zou opleveren. Hiermee zou een inbreuk worden gemaakt op het recht op eerbiediging van haar privéleven, zoals neergelegd in artikel 8 van het EVRM. De privébestanden hebben geen enkele relatie met de Mauritiaanse rechtshulpverzoeken noch het Nederlands strafrechtelijk onderzoek. Ook anderszins is er geen reden om aan te nemen dat het belang van strafvordering de voortduring van het beslag vordert.
Subsidiair, indien de rechtbank voornemens is het beklag ongegrond te verklaren, verzoekt de verdediging om aanwezig te mogen zijn bij de selectie van de in beslag genomen bestanden.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie stelt zich op het standpunt dat het klaagschrift ongegrond dient te worden verklaard.
Daar er nog een nadere selectie plaats dient te vinden van de inbeslaggenomen bestanden, kan niet op voorhand worden gesteld dat de betreffende privébestanden niet relevant zijn voor de in het kader van de in de Mauritiaanse rechtshulpverzoeken gevraagde informatie. Het belang van strafvordering vordert nochtans de voortzetting van het beslag.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank overweegt als volgt.
Op grond van een vordering naar aanleiding van de in haar handen gestelde Mauritiaanse rechtshulpverzoeken heeft de rechter-commissaris beslag gelegd. Dit beslag berust op grond van artikel 552p, tweede lid Sv onder haar in afwachting van verkregen verlof van de rechtbank. Het is de rechtbank ambtshalve - zij verwijst naar het procesverloop dat onder 1 is weergegeven - bekend dat dergelijk verlof niet is verleend. De behandeling van de vordering daartoe is immers aangehouden.
Tot op heden heeft geen nadere selectie van de inbeslaggenomen voorwerpen en digitale bestanden/gegevensdragers, waaronder de privébestanden van klaagster, plaatsgevonden.
De rechtbank is van oordeel dat het voor een behoorlijke oordeelsvorming noodzakelijk is dat eerst door de rechter-commissaris, middels inschakeling van de Rijksrecherche, een nadere selectie van de inbeslaggenomen voorwerpen en digitale bestanden/gegevensdragers wordt gemaakt.
Derhalve zal de rechtbank de stukken in handen van de rechter-commissaris stellen. Zij kan de Rijksrecherche inschakelen ter (nadere) selectie van de inbeslaggenomen voorwerpen en digitale bestanden/gegevensdragers, mits deze een zodanig gedetailleerd proces-verbaal van voornoemde selectie opmaakt dat de rechtbank en de procespartijen hier hun standpunten omtrent de inbeslaggenomen voorwerpen en digitale bestanden/gegevensdragers op kunnen baseren.
Tevens dient de Rijksrecherche zich omtrent de feitelijk in haar handen zijnde voorwerpen/gegevens(dragers) uitsluitend met de rechter-commissaris te verstaan en uitsluitend aan haar het proces-verbaal van de nadere selectie te verstrekken, waardoor de officier van justitie niet in strijd met artikel 552p, tweede lid Sv over voornoemd beslag zal kunnen beschikken.
De rechtbank wijst het verzoek van de raadsman om daarbij namens klager aanwezig te mogen zijn af nu het aan de rechter-commissaris is, al dan niet middels in schakeling van de Rijksrecherche, een nadere selectie te maken
3. Beslissing
De rechtbank:
- heropent het gesloten onderzoek ter terechtzitting;
- schorst het onderzoek in deze zaak voor onbepaalde tijd en verwijst de zaak naar de
rechter-commissaris belast met de behandeling van strafzaken in deze rechtbank, teneinde
een nadere selectie te (laten) maken van de inbeslaggenomen voorwerpen en digitale
bestanden/gegevensdragers. Bepaalt dat voornoemde selectie middels inschakeling van de
Rijksrecherche plaats kan vinden waarbij:
* het proces-verbaal van voornoemde nadere selectie zodanig gedetailleerd dient te worden opgemaakt dat de rechtbank en de procesdeelnemers hier hun standpunten omtrent de inbeslaggenomen voorwerpen en digitale bestanden/gegevensdragers op kunnen baseren, welk proces-verbaal binnen drie maanden na vandaag (voor 11 januari 2011) bij de rechtbank en de procesdeelnemers bekend moet zijn;
* de Rijksrecherche zich omtrent de feitelijk in haar handen zijnde voorwerpen/gegevens(dragers) uitsluitend met de rechter-commissaris dient te verstaan en uitsluitend aan haar het proces-verbaal van de nadere selectie te verstrekken.
- beveelt dat het onderzoek ter terechtzitting op een nader te bepalen datum in de tweede
helft van januari of de eerste helft van februari 2011 zal worden hervat gelijktijdig met de
behandeling van de klaagschriften onder de registratienummers 10/30, 10/91 en 10/132 en
aan te brengen bij een kamer bij voorkeur samengesteld uit de mrs. Van der Lugt, Waals en
Van Laanen;
- beveelt de oproeping van klaagster haar raadsman mr. M.J. Smit en de belanghebbenden
[bedrijfsnaam 2] en [bedrijfnsaam 1] en hun raadslieden mr.
G.J.K. Elsen en dr. mr. P.M. van Russen Groen en de officier van justitie mr. P.T.R. Bliek
tegen het tijdstip waarop het onderzoek ter zitting zal worden hervat.
Deze beschikking is gegeven door mr. drs. T.F. van der Lugt, voorzitter, mr. M.A. Waals en mr. F. van Laanen, rechters, in tegenwoordigheid van mr. S.I. van der Hoek, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 11 oktober 2010.
Mr. F. van Laanen is buiten staat deze beschikking mede te ondertekenen