ECLI:NL:RBDHA:2025:9597
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid voor schending van de zorgplicht in het kader van militair invaliditeitspensioen
In deze zaak heeft eiser, een voormalig militair, de staatssecretaris van Defensie aangeklaagd voor schadevergoeding wegens schending van de zorgplicht. Eiser heeft in het verleden psychische klachten ontwikkeld na uitzendingen naar voormalig Joegoslavië en Cyprus. Hij verzocht in 2004 om erkenning van aansprakelijkheid voor de schade die hij heeft geleden door nalatigheid in de opvang en begeleiding. De staatssecretaris heeft deze aansprakelijkheid echter afgewezen, met als argument dat er geen causaal verband bestaat tussen de psychische aandoeningen van eiser en zijn werkzaamheden. De rechtbank heeft de zaak op 25 maart 2025 behandeld, waarbij eiser werd bijgestaan door een geestelijk verzorger en de gemachtigde van de staatssecretaris. De rechtbank oordeelde dat de aansprakelijkheid terecht was afgewezen, omdat in een eerdere procedure over een militair invaliditeitspensioen al was vastgesteld dat er geen causaal verband was. De rechtbank concludeerde dat de staatssecretaris niet verplicht was om verder onderzoek te doen naar de zorgplicht, aangezien er geen basis was voor schadevergoeding. Eiser's beroep werd ongegrond verklaard en hij kreeg het griffierecht niet terug. De uitspraak werd gedaan door mr. A.M. de Wit op 6 mei 2025.