ECLI:NL:RBDHA:2025:873
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen besluiten inzake gehandicaptenparkeerkaart en dwangsombesluiten
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 21 januari 2025, zijn de beroepen van eiser tegen besluiten van het college van burgemeester en wethouders van Den Haag inzake een gehandicaptenparkeerkaart en dwangsombesluiten gegrond verklaard. Eiser had aanvankelijk een aanvraag ingediend voor een gehandicaptenparkeerkaart, welke door het college werd afgewezen. Na een aantal besluiten en intrekkingen, waaronder een dwangsombesluit, heeft de rechtbank vastgesteld dat het college artikel 4:19 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) niet in acht heeft genomen. Dit leidde tot de conclusie dat de dwangsombesluiten onbevoegd zijn genomen. De rechtbank heeft de besluiten vernietigd en een dwangsom van € 707,- vastgesteld. Tevens is er een verzoek om schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn toegewezen, waarbij de rechtbank oordeelde dat de overschrijding geheel aan de rechtbank zelf te wijten was. Eiser heeft recht op een schadevergoeding van € 1.500,-. De rechtbank heeft het college ook veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht van € 100,- aan eiser.