3.1.Het asielrelaas van eiser bevat volgens verweerder de volgende asielmotieven: 1) identiteit, nationaliteit en herkomst en 2) problemen vanwege werkzaamheden als tolk.
4. Verweerder vindt eisers identiteit, nationaliteit en herkomst geloofwaardig, maar de problemen vanwege eisers werkzaamheden als tolk niet. Redengevend hiervoor is dat eiser zijn verklaringen over zijn problemen vanwege zijn werkzaamheden als tolk niet volledig heeft onderbouwd met objectieve documenten en daarvoor geen goede verklaring heeft gegeven. Ook vormen zijn verklaringen hierover geen samenhangend en aannemelijk geheel, omdat de verklaringen over de inhoud van de bedreiging summier zijn en de verklaringen over de gevolgen van de bedreiging ongerijmd. Op grond van de geloofwaardige elementen kan eiser volgens verweerder niet als vluchteling in de zin van het Vluchtelingenverdrag worden aangemerkt. Ook zijn deze elementen onvoldoende zwaarwegend om aan te nemen dat eiser een reëel risico loopt op ernstige schade als bedoeld in artikel 3 van het EVRM. Volgens verweerder is eisers vrees voor rekrutering niet aannemelijk gemaakt. Eiser heeft niet aannemelijk gemaakt dat hij vanwege individuele omstandigheden een reëel risico loopt om slachtoffer te worden van willekeurig geweld in Jemen. Verweerder heeft de asielaanvraag van eiser daarom afgewezen als ongegrond en daarbij een terugkeerbesluit uitgevaardigd.
Wat vindt eiser in beroep?
5. Eiser is het niet eens met het bestreden besluit. Verweerder heeft de problemen van eiser wegens zijn werkzaamheden als tolk ten onrechte ongeloofwaardig geacht. Het is onevenredig dat verweerder het document over de arrestatie van zijn vader niet betrouwbaar vindt omdat daarin het verkeerde aantal kinderen is benoemd. Ook vonden de telefoongesprekken met zijn ouders frequent plaats, waarbij zowel eiser als zijn ouders niet wilden doorvragen en het gesprek vaag bleef voor het geval ze werden afgeluisterd. De vader van eiser heeft tijdens een telefoongesprek gezegd dat hij niet meer naar Jemen terug moet keren. Verder gaat verweerder er ten onrechte vanuit dat de leefsituatie in Jemen minder ernstig is. Daarbij wijst eiser erop dat twee van zijn vrienden vermist zijn geraakt bij terugkeer, zijn broer is overleden en zijn vader wordt vastgehouden. Ook wijst eiser op informatie waaruit blijkt dat de leefsituatie met Cholera wordt bedreigd en dat toegang tot voedsel en humanitaire hulp beperkt is. Verweerder heeft ten onrechte geconcludeerd dat eiser onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat hij bij terugkeer gedwongen gerekruteerd zal worden. Eiser heeft consequent verklaard en er zijn voldoende aanknopingspunten dat er sprake is van een hoge mate van willekeurig geweld waardoor eiser een reëel risico loopt op schending van artikel 3 EVRM en artikel 4 van het EU-handvest. In de aanvullende beroepsgronden voert eiser aan dat de werkwijze van verweerder ten aanzien van de geloofwaardigheidsbeoordeling in strijd is met EU-recht. Eiser heeft in dit verband verwezen naar een uitspraak van deze rechtbank, zittingsplaats Roermond, van 7 januari 2025, waarin prejudiciële vragen zijn gesteld en verzocht om aanhouding.
Wat is het oordeel van de rechtbank?
6. Het beroep is gegrond. De rechtbank zal hierna toelichten hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit heeft.
7. De rechtbank ziet in hetgeen eiser heeft aangevoerd over de werkwijze van verweerder ten aanzien van de geloofwaardigheidsbeoordeling geen aanleiding voor het oordeel dat de door verweerder gehanteerde werkwijze onredelijk, onzorgvuldig dan wel strijdig is met (Europese) wetgeving, richtlijnen of rechtspraak. Door eiser is ook niet geconcretiseerd in welk opzicht de geloofwaardigheidsbeoordeling in strijd is met het EU-recht. Dat deze rechtbank, zittingsplaats Roermond, besloten heeft prejudiciële vragen te stellen over de geloofwaardigheidsbeoordeling, maakt het oordeel van de rechtbank niet anders. Het verzoek om de zaak aan te houden zal dan ook worden afgewezen.
8. De rechtbank is verder van oordeel dat verweerder de problemen die eiser stelt te hebben gehad wegens zijn werkzaamheden als tolk ongeloofwaardig heeft kunnen achten en overweegt hiertoe als volgt.