Uitspraak
RECHTBANK Den Haag
1.[partij A sub 1] te [woonplaats] ,
[partij A sub 2]te [woonplaats] ,
1.[partij B sub 1] te [woonplaats] ,
2.
[partij B sub 2]te [woonplaats] ,
1.De procedure
- de conclusie van antwoord tevens houdende voorwaardelijke eis in reconventie van de zijde van [partij B sub 2] , met producties 1 en 2;
2.De feiten
2.2 Meetgegevens [bedrijfsnaam 3]
4.Beantwoording van de vragen
- De verkoopwaarde van [adres 2] wanneer beide woningen op staal gefundeerd zijn;
- De verkoopwaarde van [adres 2] wanneer beide woningen op palen gefundeerd zijn;
- De kosten voor eisers voor het funderingsherstel in de huidige situatie (zie vraag 12).
- voor recht verklaard dat [partij B sub 1] en [partij B sub 2] hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de schade van [partij A sub 1] en [partij A sub 2] als gevolg van het aanbrengen van een paalfundering onder de voorgevel, zijgevel en aanbouw van [adres 1] ;
- [partij B sub 1] en [partij B sub 2] hoofdelijk veroordeeld om een voorschot op de te lijden schade ter hoogte van € 82.092,96 te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 januari 2020, en bepaald dat de resterende schade nader wordt opgemaakt bij staat en te vereffenen volgens de wet;
- dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaard.