ECLI:NL:RBDHA:2025:5700
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bewaring en zicht op uitzetting Algerije in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 7 april 2025 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de maatregel van bewaring van een Algerijnse eiser. De eiser, die op 12 februari 2025 in bewaring is gesteld, heeft beroep ingesteld tegen het voortduren van deze maatregel, met het verzoek om schadevergoeding. De rechtbank heeft vastgesteld dat de maatregel van bewaring rechtmatig was tot het sluiten van het onderzoek op 19 februari 2025, en dat sindsdien de rechtmatigheid van het voortduren van de maatregel moet worden beoordeeld.
De rechtbank heeft overwogen dat er geen zicht is op uitzetting naar Algerije, maar dat verweerder voldoende voortvarend handelt. De eiser heeft niet aannemelijk gemaakt dat de Algerijnse autoriteiten zullen weigeren om een laissez-passer te verstrekken, en de rechtbank heeft geconcludeerd dat de inspanningen van verweerder om de uitzetting te realiseren adequaat zijn. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.