Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.[bedrijfsnaam 1] B.V.te [vestigingsplaats 1] ,
[bedrijfsnaam 2] B.V.te [vestigingsplaats 2] ,
OBT B.V.te Den Haag,
1.XEROX (NEDERLAND) B.V.te De Meern,
XEROX INVESTMENTS EUROPE B.V.te De Meern,
1.De procedure
- de akte overlegging aanvullende producties, tevens vermindering van eis van OBT c.s., met producties 40-46;
- de conclusie van antwoord, tevens voorwaardelijke eis in reconventie, met producties 1-32;
- het tussenvonnis van 27 december 2023, waarbij een mondelinge behandeling is bevolen;
- de conclusie van antwoord in voorwaardelijke reconventie, tevens akte wijziging van eis in conventie van OBT c.s., met producties 47-115;
- de akte aanvullende producties van Xerox c.s., met producties 33-35;
2.Samenvatting
3.De hoofdprocedure
Feiten
teaming agreement(hierna: TA) gesloten, waarin is afgesproken dat partijen in het kader van de Aanbesteding gezamenlijk zouden optrekken. Xerox zou daarbij optreden als hoofdaannemer van de Staat en OBT c.s., indien het tot gunning aan Xerox zou komen, als onderaannemer. Daarbij zou Xerox vooral het te leveren printwerk verzorgen en OBT c.s. vooral het te leveren drukwerk.
back-to-back-overeenkomst: de bepalingen uit de Overeenkomst zijn ten aanzien van de door OBT c.s. te verrichten diensten tussen Xerox en OBT c.s. van overeenkomstige toepassing, waarbij Xerox de opdrachtgever is en OBT c.s. de opdrachtnemer.
Gronden voor ontbinding of opzegging
“De offerte en de gevraagde stukken kunnen slechts tot een productieorder leiden wanneer DUO en haar ketenpartners 100% - garantie krijgen dat de productie en diensten die worden gevraagd ook daadwerkelijk door Xerox/OBT kunnen worden gerealiseerd zonder enig voorbehoud in welke vorm dan ook.”en:
“Een bestelling voor een school moet 100 % compleet en 100 % correct zijn voor aflevering.”. In het door DUO meegezonden, door OBT c.s. later met prijzen ingevulde Excel sheet ‘Technische specificaties Centrale Eindtoets 2018-2019’ staat onder het kopje ‘Algemeen’ over deze eisen nog eens door DUO opgenomen:
“- GÉÉN OVER OF ONDERLEVERING, - Kwaliteit moet maximaal haalbare, - 100 % is het credo.”In het ‘secure printing protocol’, op basis waarvan volgens Xerox ook door OBT c.s. moest worden gewerkt, staat op dit punt verder opgenomen:
“Borging 100% conformiteit proces. (…) Locatie dient 100% geoutilleerd te zijn voor geheim drukwerk (…) Materiaal dient altijd aan de 100% norm te voldoen. (…) Elk materiaal voldoet aan de hoogste norm. De procesgang zorgt ervoor dat verwisseling van pagina’s, het ontbreken van pagina’s, het mee vergaren van misdrukken dan wel inschiet volledig is uitgesloten. Deelnemers aan de evenementen mogen nimmer worden gestoord door onregelmatigheden in het drukwerk en/of oplages. (…) Borging 100% juistheid van bestelling per afleveradres. (….) Levering conform specificatie 100%.”Bij de controle (steekproefsgewijs) en de voorverpakking van de 180.000 door OBT c.s. als eerste opgeleverde calamiteitentoets op donderdag 4 april 2019 liep Xerox echter
“tegen grote fouten aan. Caternen missen, caternen te veel, nietjes ontbreken.”, aldus Xerox in haar e-mail aan OBT c.s. van 4 april 2019. Kort daarna zijn in de door Xerox gecontroleerde vervolgpartij ook
“missers”aangetroffen. Naar aanleiding daarvan wees Xerox OBT c.s. in haar e-mail van 7 april 2019 erop dat het aan OBT c.s. was om de 100% te garanderen, dan wel een herstel voor te stellen, en dat Xerox van OBT c.s. een voorstel verwachtte in de richting van een 100% controle. In haar e-mail van 8 april 2019 aan Xerox betwistte OBT c.s. in reactie daarop dat zij voor de calamiteitentoets ooit een 100% kwaliteitsgarantie had afgegeven en weigerde zij om op haar kosten de herdruk ervan te verzorgen, waarmee OBT c.s., aldus Xerox, ten aanzien van deze drukopdracht in verzuim raakte. Omdat OBT c.s. kennelijk ook niet in staat was om te achterhalen hoe de fouten werden veroorzaakt en Xerox toen dus wist dat zij de 100% correct garantie ten aanzien van de door OBT c.s. geleverde calamiteitenboekjes niet kon waarmaken, zag zij zich na de weigering van OBT c.s. om tot herdruk over te gaan genoodzaakt om DUO te adviseren om de boekjes te laten herdrukken door een derde partij, en die derde partij ook daadwerkelijk opdracht te geven tot die herdruk over te gaan, aldus nog steeds Xerox over deze tekortkoming van OBT c.s.
“Daarnaast is het zo dat op het moment dat er een proefoplage gedraaid wordt, de oplage kleiner is en de kans op smetten groter is (met de huidige specificaties). Indien we op de huidige manier in productie gaan produceren bieden jullie een garantie van 99% vlek- cq smetvrij. Door de grote run zijn de machines beter afgesteld en krijgt het papier ook langer de kans om te drogen.”, waarna OBT c.s. aan Xerox terugmailt:
“De 99% garantie geheel vlek- en smetvrij is natuurlijk wel tijdens ons productie productieproces. Wat er later gebeurt met in- en uitpakken van de brochures valt daar niet onder.”Het Verkenningsdocument waarnaar Xerox heeft verwezen heeft volgens OBT c.s. geen betrekking op de aan haar verstrekte opdracht voor het DUO-drukwerk voor de Citotoets. Dit document ziet op het door Xerox te verrichten printwerk ten behoeve van de examens in het voortgezet onderwijs, aldus OBT c.s. Wel had zij in het kader van haar streven naar het ‘maximaal haalbare’, los van haar ISO:9001 kwaliteitscontroles, (in overleg met Xerox) extra controlemechanismes ingebouwd om de kans op misdrukken zoveel mogelijk te verkleinen. Volgens OBT c.s. is het verder zo dat het handjevol misdrukken van te geringe betekenis was om de OBeliX-overeenkomst te ontbinden en verkeerde zij ter zake in elk geval niet in verzuim nu zij herstel in de vorm van een handmatige 100% controle had aangeboden.
enterprise resource planning (ERP). Het gaat dan om het bijhouden van de opdrachtenstroom, het offertetraject, de productieplanning, de fase van uitvoering, de administratieve en financiële afwikkeling, de facturatie, de debiteurenbestanden en de export van gegevens voor de boekhoudkundige verwerking door de beide bedrijven van Xerox en OBT c.s. Bij Xerox wordt voor de ERP wereldwijd het softwarepakket SAP gebruikt. Bij OBT c.s. werd hiervoor een voor de grafische industrie gespecialiseerd pakket gebruikt, te weten Multipress. Om de uit de Overeenkomst voortvloeiende opdrachtenstroom als (hoofd)opdrachtnemer van de overheid te kunnen monitoren en beter bij te kunnen houden was volgens Xerox een samengevoegd ERP-systeem nodig, en in het kader van de samenwerking met OBT c.s. onder de OBeliX-overeenkomst was zij bereid om daarvoor het Multipress-systeem van OBT c.s. te gebruiken. OBT c.s. weigerde echter structureel om Xerox toegang te verschaffen tot de Multipress omgeving van OBT c.s., terwijl dat in feite al in november 2014 zo met elkaar was afgestemd. Toen had Xerox immers al het document ‘Beschrijving werkproces en functionele requirements informatievoorziening Xerox/OBT’ gedistribueerd, waarin de werkstroom wordt uitgewerkt om het grote volume aan overheidsorders te kunnen verwerken. Door de stelselmatige weigering van OBT c.s. had Xerox met name geen
real timeinzicht in het offertetraject van OBT c.s., hetgeen de samenwerking tussen partijen, zoals die onder de OBeliX-overeenkomst was beoogd, ernstig frustreerde. Ondanks de vele besprekingen die Xerox hierover met OBT c.s. heeft gevoerd en de start van het project OB[e]liX 2.0 op 20 maart 2018 was in maart 2019 op dit punt nog altijd geen voortgang geboekt. Xerox heeft tijdens de bespreking op 15 maart 2019 daarom een ultimatum gesteld toen bleek dat één Multipress- of één gezamenlijk ordermanagement systeem voor OBT c.s. een no go was. Blijkens het concept-verslag van die vergadering heeft Xerox toen aan OBT c.s. duidelijk gemaakt dat Xerox de situatie van twee accountmanagers bij klanten niet acceptabel vond, dat Xerox de afgelopen jaren verlieslatend is geweest en daarom nu gaat ingrijpen en dat Xerox geen tijd meer had om samen te praten en dat dat nu niet meer kon. Xerox stelt dat dit ultimatum, mede gelet op hetgeen haar voormalige medewerkers [naam 1] (onder ede ten overstaan van de notaris) en [naam 2] daarover hebben verklaard, niet anders kon worden begrepen dan als een door Xerox aan OBT c.s. gerichte ingebrekestelling.
teaming agreementbehorende Exhibit A:
“OBT verzorgt het drukwerk met de hiermee samenhangende regiefunctie richting het drukwerk”en de Bijlage A bij de OBeliX-overeenkomst:
“Ieder (Xerox en OBT) is zelf verantwoordelijk voor zijn eigen omzet. Zowel voor de acquisitie als realisatie en uitvoering. Voor de acquisitie van nieuwe business heeft een ieder een licence to hunt. Nieuwe business wordt voor rekening en levering van de partner die de business contracteert en uitvoert.”Zij nam drukwerk aanvragen daarom altijd zelf in behandeling, maakte daar zelf offertes voor en bracht die offertes dan ook zelf uit aan de Rijksoverheid, zij het dat zij daarbij zoals afgesproken gebruik maakte van het Xerox-briefpapier. Vanaf het moment waarop OBT c.s. de drukwerkorder had bevestigd kon Xerox het verdere proces in haar eigen Multipress-systeem real time volgen doordat dat systeem was gekoppeld aan de Multipress-systemen van [bedrijfsnaam 1] en [bedrijfsnaam 2] . Xerox kon de klant dan zelf factureren. In het daaraan voorafgaande offerte traject werd Xerox niet betrokken om de doelmatigheid van de communicatie met de klant te waarborgen. Daarnaast heeft OBT c.s. medio 2015 de zogenaamde Offertemonitor ingevoerd. Daarmee had Xerox op ieder gewenst moment real time inzage in alle gegevens uit alle offertes van OBT c.s. Een volledige samenvoeging van de Multipress-systemen van [bedrijfsnaam 1] , [bedrijfsnaam 2] en Xerox was volgens OBT c.s. niet mogelijk. Iedere grafische onderneming heeft namelijk een andere bedrijfsomvang, een eigen kostenstructuur, een eigen bedrijfsvoering en eigen machines die weer andere grafische mogelijkheden kunnen bieden dan andere ondernemingen, aldus OBT c.s., die daaraan heeft toegevoegd dat ieder Multipress-systeem daarom zorgvuldig is toegesneden op de eigen kenmerken van de onderneming. OBT c.s. stelt dat zij Xerox later ook nog heeft voorgesteld om de Multipress-systemen zodanig aan elkaar te koppelen dat Xerox niet alleen inzage in de orders, maar ook in de offertes van OBT c.s. zou krijgen, maar dat dat door Xerox werd afgewezen omdat zij alleen volledige samenvoeging wenste of in elk geval een zodanig nauwe koppeling dat zij ook inzage zou krijgen in de aan de offertes van OBT c.s. ten grondslag liggende calculaties. Aan dat laatste wilde OBT c.s. niet meewerken, omdat Xerox dan toegang zou krijgen tot de interne bedrijfsgevoelige informatie van OBT c.s., terwijl dat voor de vervulling van haar rol als hoofdopdrachtnemer bij de Overeenkomst helemaal niet nodig was, aldus nog steeds OBT c.s.
“De afgelopen maand is er nog steeds printwerk gedaan door OBT en dat kan niet zonder afstemming. Print werk is printwerk en drukwerk is drukwerk.”Het verslag van dat directie-overleg, waarin ook de aftrap plaatsvond van het project OB[e]liX 2.0, vermeldt hierover:
“In 2017 en ook in de eerste 2 maanden 2018 is er een aanzienlijk deel print door OBT gedaan. Er worden hiervoor diverse redenen vanuit OBT aangedragen; (…) Statement Xerox is “Print is Print” en Print is voor Xerox binnen dit contract.”Uit een door Xerox opgesteld overzicht van de omzet uit hoofde van de OBeliX-overeenkomst blijkt verder dat OBT c.s. in 2018 17,1% van alle printopdrachten heeft verricht en over de eerste maanden van 2019 zelfs 27,3%. Dit printwerk is niet in opdracht van of na afstemming met Xerox verricht, hetgeen volgens Xerox een bewuste en fundamentele schending door OBT c.s. van de OBeliX-overeenkomst oplevert. Nu herstel daarvan niet meer mogelijk is verkeerde OBT c.s. op dit punt langdurig en stelselmatig in verzuim, aldus nog steeds Xerox.
“OBT verzorgt al het drukwerk, inclusief al het point of sale materiaal. De bepaling wat drukwerk en printwerk is wordt in onderling overleg gedaan, op basis van logica, waarin de factoren oplage, volume, levertijd en kwaliteit en klantwens wordt meegenomen.”Bovendien blijkt uit het verslag van het overleg dat in 10 juli 2018 plaatsvond ten behoeve van de verdere afspraken en werkwijzen onder het Project OB[e]liX 2.0 dat voor de regel Print=Print een belangrijke uitzondering gold, namelijk:
“…..wordt het printwerk door Xerox gedaan, tenzij: * er specifieke kwaliteitseisen (bv een specifieke papiersoort) aan de opdracht zijn gesteld, waardoor het printwerk niet op de machines, die Xerox tot haar beschikking heeft, uitgevoerd kan worden. (…).”Daarnaast ging het volgens OBT c.s. wel eens om combinatie-opdrachten met zowel elementen van printwerk als drukwerk en werd zo’n opdracht dan alleen onder een van beide geboekt. Ten slotte heeft OBT c.s. ook wel printwerk verricht omdat Xerox haar dat vanwege voortdurende onderbezetting zelf vroeg, aldus OBT c.s.
“één der partners aantoonbaar niet langer winstgevend kan opereren, [..] de andere partner de verplichting [heeft] zich maximaal in te spannen om te helpen weer winstgevendheid voor beide te realiseren.”Het hof heeft op grond van de stellingen van Xerox echter niet kunnen vaststellen dat OBT c.s. zich niet aan deze inspanningsverplichting heeft gehouden. Die verplichting kan in elk geval niet meebrengen dat OBT c.s. de door haar gemaakte efficiëntieslag bij het (onder de OBeliX-overeenkomst toegestane) rechtstreeks verwerven en invullen van drukwerkorders onder de Aanbesteding zou moeten terugdraaien om de enkele reden dat Xerox in die aanbesteding had te gelden als de hoofdopdrachtnemer. Evenmin kan OBT c.s. met een verwijzing naar haar inspanningsverplichting worden verweten dat de stroom drukwerkopdrachten onder de Aanbesteding in de loop der jaren steeds meer toenam ten koste van de stroom printwerkorders. Dat dat kwam doordat OBT c.s. Xerox ten overstaan van haar klanten negatief zou hebben afgeschilderd of opdrachten voor printwerk als (elektronisch) drukwerk zou hebben uitgevoerd is door Xerox, na de betwisting daarvan door OBT c.s., niet wezenlijk gesubstantieerd of onderbouwd. Ook de omstandigheid dat OBT c.s. gedurende in elk geval de eerste negen maanden van 2015 buiten de OBeliX-overeenkomst om is blijven werken voor het ministerie van Defensie maakt het voorgaande niet anders. Naar OBT c.s. hierover onbestreden heeft aangevoerd was zij voorafgaand aan de Aanbesteding voor dit ministerie immers al de exclusieve leverancier van druk- én printwerk. Het hof neemt dan ook aan dat dit aanvankelijk buiten de ObeliX-overeenkomst om verrichte werk voor het ministerie slechts van tijdelijke aard was en inherent aan de overgang van de oude naar de nieuwe werkafspraken.
te allen tijdekan opzeggen. Blijkens artikel 8.1 van de OBeliX-overeenkomst hebben partijen niet beoogd om van dit uitgangspunt af te wijken, nu in dat artikel slechts wordt verwezen naar artikel 26 van de Overeenkomst dat uitdrukkelijk niet gaat over opzegging maar over ontbinding. Ook elders in de OBeliX-overeenkomst zijn partijen geen specifieke regeling voor opzegging overeengekomen, hetgeen er volgens Xerox op wijst dat zij niet een van artikel 7:408 lid 1 BW afwijkende regeling wensten af te spreken.
4.Aanvullende feiten in de schadestaatprocedure
escrow agreementter vervangende zekerheid voor de conservatoire beslagen.
- een rapport van 19 mei 2023, waarin de schade van OBT c.s. is begroot op € 26.648.689, inclusief wettelijke rente per 1 mei 2023 (hierna: Context I);
- een rapport van 21 augustus 2023, waarin de schade is begroot op € 23.571.680, inclusief wettelijke rente per 1 mei 2023 (hierna: Context II);
- een rapport van 4 december 2023, waarin de schade is begroot op € 25.066.757, inclusief wettelijke rente per 1 mei 2023 (hierna: Context III);
- een rapport van 31 mei 2024, waarin de schade is begroot op € 28.778.923 (inclusief wettelijke rente per 1 juni 2024) (hierna: Context IV).
€ 4.350.660 kan bedragen (hierna: A&M I);
€ 1.514.006 kan bedragen (hierna: A&M II);
€ 1.108.064, inclusief wettelijke rente per 1 juni 2024 (hierna: A&M IV).
5.Het geschil in de schadestaatprocedure
in conventie
escrow agreementvan 3 augustus 2023 (te weten € 13.000.000):
escrow agreementvan 3 augustus 2023;
escrow agreementvan 3 augustus 2023, zodat het door Xerox c.s. en/of Xerox Europe maximaal aan te houden bedrag in
escrow€ 1.000.000 bedraagt, althans gelijk staat aan de hoogte van de schadevergoeding, althans een bedrag dat uw rechtbank geraden acht, welk bedrag in
escrowuitsluitend aan OBT c.s. kan worden uitgekeerd in geval van een onherroepelijk rechterlijk oordeel;
6.De beoordeling
primair: afstuit op artikel 7 van de TA;
subsidiair: beperkt is tot € 1.250.000 op grond van artikel 16.3 van de Overeenkomst;
meer subsidiair: beperkt is tot maximaal € 3.000.000 op grond van artikel 13 van de Algemene Rijksinkoopvoorwaarden 2014 (hierna: ARIV-2014);
uiterst subsidiair: beperkt is tot maximaal € 12.500.000 op grond van artikel 16.3 van de Overeenkomst.
in connection with this Agreement’. De uitleg die OBT c.s. hieraan geeft, namelijk dat het gaat om uitsluiting van aansprakelijkheid voor schade die verband houdt met schending van de afspraken uit de TA, acht de rechtbank juist. Met de woorden ‘
this Agreement’ wordt immers duidelijk verwezen naar de TA. Verder is van belang dat de TA bedoeld is om afspraken tussen Xerox en OBT c.s. vast te leggen in de fase waarin zij met elkaar optrokken om de Aanbesteding gegund te krijgen (de aanbestedingsfase). Mocht de aanbesteding aan Xerox worden gegund, dan zouden Xerox en OBT c.s. nadere afspraken maken voor de fase waarin zij de opdracht in onderlinge samenwerking zouden uitvoeren (de uitvoeringsfase). Deze nadere afspraken zijn ook gemaakt en vastgelegd in de OBeliX-overeenkomst. Partijen hebben dus voor de verschillende fases verschillende overeenkomsten gesloten. De TA en de OBeliX-overeenkomst bevatten bovendien beide – inhoudelijk van elkaar afwijkende – exoneratieclausules. De uitleg van Xerox c.s., dat bij een onterechte ontbinding van de OBeliX-overeenkomst de exoneratieclausule uit de TA van toepassing is, volgt de rechtbank dan ook niet.
b. indien sprake is van opzet of grove schuld aan de zijde van Opdrachtnemer of diens Personeel;”
back-to-backconstructie van overeenkomstige toepassing is op de OBeliX-overeenkomst. In artikel 13 van de ARIV-2014 is de aansprakelijk per gebeurtenis beperkt tot € 3.000.000 voor opdrachten met een totale waarde van meer dan € 500.000.
back-to-backook van toepassing zijn op de relatie tussen haar en Xerox. Dit blijkt ook wel uit artikel 1.3 van de OBeliX-overeenkomst in samenhang met artikel 3.3 van de Overeenkomst. De rechtbank gaat dan ook uit van de toepasselijkheid van de ARIV-2014. Xerox c.s. stelt dat de Overeenkomst (en naar de rechtbank begrijpt
back-to-backook de OBeliX-overeenkomst) op grond van de artikelen 3.3 van de Overeenkomst vóórgaat op de ARIV-2014. Xerox c.s. heeft in het licht van haar eigen stelling niet duidelijk gemaakt waarom de aansprakelijkheidsbeperking van artikel 13 van de ARIV-2014 dan zou moeten prevaleren boven artikel 16.3 van de Overeenkomst. Reeds op die grond faalt het beroep van Xerox c.s. op artikel 13 van de ARIV-2014.
Periode: De rechtbank is van oordeel dat de vermoedelijke einddatum van de OBeliX-overeenkomst 31 december 2024 zou zijn geweest. Dit is de contractuele einddatum van 31 december 2022 met de verlenging van 24 maanden tot 31 december 2024, waarover partijen ook niet in geschil zijn. De rechtbank gaat niet mee in het betoog van OBT c.s. dat de Overeenkomst tot 31 december 2025 is verlengd en de OBeliX-overeenkomst daarom ook tot die datum zou zijn verlengd. Xerox c.s. heeft dit voldoende gemotiveerd betwist. Volgens Xerox c.s. is de Overeenkomst niet met nog een jaar verlengd. De Overeenkomst biedt daar geen ruimte voor en aanbestedingsrechtelijk levert het problemen voor de Staat op. Ook bij een nieuwe opdracht van de Staat voor het jaar 2025 zou Xerox niet opnieuw kiezen voor OBT c.s. als onderaannemer, omdat zij ontevreden is over de door OBT c.s. verleende diensten. De rechtbank acht het, gelet op de gebeurtenissen, inderdaad niet aannemelijk dat Xerox de samenwerking zou hebben voortgezet. De deskundige zal in de hypothetische situatie dus uit moeten gaan van de einddatum van de OBeliX-overeenkomst van
31 december 2024. Of het redelijk en gebruikelijk is enig uitloopeffect mee te nemen, laat de rechtbank aan het advies van de deskundige over.
track recordhad van 3 jaar. Nu zij in de periode van oktober 2019 tot en met 2024 nauwelijks opdrachten voor de overheid heeft kunnen verrichten, heeft zij geen aantoonbaar
track recordmeer. Hierdoor zal OBT c.s. bij aanbestedingen minder goed scoren op dit onderdeel. Daarnaast is van belang dat OBT c.s. voor aanvang van OBeliX-overeenkomst als enige grafische bedrijf in Nederland een ABDO-certificering had, die nodig was om voor Defensie te kunnen werken. Deze certificering is verlopen. De verminderde concurrentiepositie vertaalt zich ook in mindere opdrachten van aan overheid gerelateerde instellingen en instanties. Xerox c.s. betwist dat er een causaal verband bestaat tussen de ontbinding van de ObeliX-overeenkomst en het lagere scoringspercentage van OBT c.s. op aanbestedingen. Hiertoe wijst Xerox c.s. erop dat OBT c.s. eind 2019 en 2020 nog werkzaamheden is blijven uitvoeren voor de overheid. OBT c.s. voldeed in 2022 nog steeds aan het
track record. De lagere scoringskans op aanbestedingen kan ook het gevolg zijn van toenemende concurrentie waar Xerox c.s. ook mee te maken heeft. Gelet op deze gemotiveerde betwisting had een nadere onderbouwing van OBT c.s. van haar stelling mogen worden verwacht, die niet is gegeven. Deze component moet derhalve buiten beschouwing worden gelaten.
60% voor OBT c.s. en 40 % voor Xerox. Xerox c.s. heeft onvoldoende concreet aangegeven waarom het zwaartepunt van de werkzaamheden onder de OBeliX-overeenkomst na de onterechte ontbinding niet langer meer bij OBT c.s. zou hebben gelegen. De rechtbank acht in dit licht een verdeling waarbij meer omzet toekomt aan OBT c.s. dan aan Xerox passend.
7.De beslissing
9 april 2025voor uitlating partijen als bedoeld in overweging 6.30; partijen dienen zich op deze roldatum bij akte (bij voorkeur gezamenlijk, maar indien dat niet mogelijk is, ieder bij afzonderlijke akte) uit te laten over de persoon van de te benoemen deskundige en de opdracht aan de deskundige als (voorlopig) geformuleerd in 6.29;