ECLI:NL:RBDHA:2025:4976
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van asielaanvraag en interstatelijk vertrouwensbeginsel in het kader van Dublinverordening
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Utrecht, wordt het beroep van eiseres tegen het besluit van de Minister van Asiel en Migratie beoordeeld. De minister heeft op 21 februari 2025 besloten de aanvraag van eiseres voor een asielvergunning niet in behandeling te nemen, omdat Bulgarije verantwoordelijk zou zijn voor de aanvraag. De rechtbank heeft de zaak op 11 maart 2025 behandeld, waarbij eiseres, haar gemachtigde, een tolk en de zus van eiseres aanwezig waren.
De rechtbank oordeelt dat de minister zich op het interstatelijk vertrouwensbeginsel mag baseren, zoals bevestigd door de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State in eerdere uitspraken. Eiseres heeft niet overtuigend aangetoond dat zij bij overdracht aan Bulgarije een reëel risico loopt op een behandeling die in strijd is met artikel 3 van het EVRM. De rechtbank heeft de argumenten van eiseres, waaronder haar persoonlijke ervaringen in Bulgarije en de slechte opvangvoorzieningen, gewogen, maar concludeert dat deze niet voldoende zijn om het besluit van de minister te weerleggen.
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat het besluit van de minister in stand blijft en eiseres kan worden overgedragen aan Bulgarije. Eiseres krijgt geen vergoeding van haar proceskosten. De uitspraak is gedaan door mr. J.H. Lange en is openbaar gemaakt op 21 maart 2025.