Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiseres] , V-nummer: [v-nummer] , eiseres
de minister van Asiel en Migratie, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
2 oktober 2025 is het hiertegen ingestelde beroep ongegrond verklaard. Eiseres heeft vervolgens hoger beroep ingesteld en de hoogste bestuursrechter [1] verzocht om een voorlopige voorziening te treffen. Op 3 november 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling het verzoek toegewezen. Op 4 november 2025 heeft verweerder de vrijheidsontnemende maatregel opgeheven op grond van een belangenafweging.
14:30 uur de uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling hebben ontvangen waarin deze het verzoek om een voorlopige voorziening heeft toegewezen. De maatregel is de volgende dag op of na omstreeks 14.20 uur opgeheven. Partijen zijn het erover eens dat artikel 6, eerste en tweede lid, Vw vanaf het moment van het treffen van de voorlopige voorziening niet meer de juiste grondslag was.