ECLI:NL:RBDHA:2025:21602
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag en niet-ontvankelijkheid van het beroep wegens vertrek met onbekende bestemming
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 17 november 2025, wordt de afwijzing van de asielaanvraag van eiser behandeld. Eiser heeft op 5 april 2025 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke door de minister op 4 juli 2025 als kennelijk ongegrond is afgewezen. Eiser is het niet eens met deze afwijzing en heeft beroep ingesteld. Tijdens de zitting op 14 oktober 2025 heeft de rechtbank vastgesteld dat eiser met onbekende bestemming is vertrokken op 11 juli 2025 en dat er geen contact meer is met zijn gemachtigde. De rechtbank concludeert dat eiser geen procesbelang meer heeft bij het beroep, aangezien hij niet heeft aangetoond dat hij nog prijs stelt op bescherming in Nederland. De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk en wijst erop dat het aan eiser is om na vertrek met onbekende bestemming kenbaar te maken dat hij nog bescherming zoekt. De uitspraak is gedaan door rechter P.G. Wijtsma, in aanwezigheid van griffier P.C.J. Lindeijer.