Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.STICHTING FAIR HUUR VOOR VERHUURDERS, te Amsterdam,
FORTALEZA VASTGOED B.V., te Amsterdam,
MARSARE B.V., te Amsterdam,
[eiser, sub 5], te [woonplaats 2] ,
1.Samenvatting
2.De procedure
- het vonnis in het voegingsincident van 27 maart 2024 en de daarin genoemde stukken,
- de conclusie van antwoord van de Staat van 8 mei 2024, met producties 1 en 2,
- de conclusie van antwoord van de Woonbond van 8 mei 2024, met producties 1 t/m 16.
- de akte overlegging producties van eisers, met productie 32;
- de akte overlegging producties van eisers, met productie 33;
- de akte overlegging producties van eisers, met productie 34 en 35;
- de akte overlegging producties van eisers, met productie 36 t/m 39;
- de akte overlegging producties van de Staat, met producties 5 t/m 7.
3.De feiten
- het bedrag aan WOZ-waarde dat nodig is voor één punt (in 2015 was dit € 7.900, in 2024 was dat € 14.543), en
- het bedrag aan WOZ-waarde per vierkante meter dat nodig is voor één punt (in 2015 was dat € 120, in 2024 was dat € 229).
4.Het geschil
5.De beoordeling
Fair Huur c.s./Staat). Die collectieve acties zijn gevoerd op basis van het ‘oude’ artikel 3:305a van het Burgerlijk Wetboek (BW). Met ingang van 1 januari 2020 is de WAMCA in werking getreden. Met de WAMCA is artikel 3:305a BW gewijzigd en is ook titel 14A van Boek 3 in het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) geïntroduceerd. Op deze zaak is dit nieuwe regime van de WAMCA van toepassing omdat de vordering van eisers na 1 januari 2020 is ingesteld en betrekking heeft op gebeurtenissen die hebben plaatsgevonden op of na 15 november 2016 (de WOZ-Cap die door eisers wordt aangevochten is in 2022 ingevoerd).
governance, financiering en representativiteit, met uitzondering van bepaalde gevallen waarin het stellen van deze eisen disproportioneel is. [10] De rechter moet op grond van artikel 1018c lid 5 onder a Rv eerst (zo nodig ambtshalve) toetsen of Fair Huur aan de ontvankelijkheidseisen van artikel 3:305a BW voldoet.
governanceen transparantie opgesomd waaraan de belangenorganisatie moet voldoen, zoals:
governanceen transparantie voldoet. De rechtbank beantwoordt die vraag ontkennend. Hierna wordt toegelicht waarom.
- [naam 1] (gepensioneerd jurist en voormalig advocaat),
- [naam 2] (RM Makelaar verbonden aan de Groot en Compagnons Makelaars te Amsterdam), en
governanceen transparantie. Fair Huur kan daarmee – goede bedoelingen en eerder (pré-WAMCA) gevoerde procedures ten spijt – niet als belangenbehartiger worden toegelaten, zodat Fair Huur niet-ontvankelijk wordt verklaard in haar vorderingen.
fair balanceen in strijd is met artikel 1 EP, onder meer omdat door de WOZ-cap als regel of in de meerderheid van de gevallen schade wordt geleden door de achterban. Duidelijk is dat de individuele eisers zich achter dit standpunt van Fair Huur scharen en dat de daarop gebaseerde collectieve vordering van Fair Huur mede is ingesteld ten behoeve van hen (als lid van de achterban).
fair balance.
fair balance) zijn tussen het algemeen belang en het belang van de bescherming van grondrechten van individuen. Die eerlijke balans is niet aanwezig indien de betrokken persoon als gevolg van de regulering een individuele onevenredige last heeft te dragen. [29]
‘problem of public concern’dat noopte tot het invoeren van een WOZ-cap. Volgens hen was er, anders dan de Staat stelt, geen sprake van een ‘weeffout’ in het in 2015 geïntroduceerde systeem en bestond er op basis van de feiten en uitkomst van de onderzoeken van ABF geen enkele aanleiding om – zoals de individuele eisers stellen – (onvoorzienbaar) het beleid drastisch met 180 graden om te gooien. De individuele eisers voeren daartoe, samengevat, het volgende aan:
fair balance) moet zijn tussen het algemeen belang en de bescherming van de grondrechten van het individu. De rechter moet daarom onderzoeken of de eigendomsregulerende maatregel voor een betrokken eiser een individuele buitensporige last oplevert. [40] Of sprake is van een
fair balance, moet worden getoetst aan de hand van alle omstandigheden van het individueel voorliggende geval. Daarbij slaat de rechtbank acht op de rechtspraak van het EHRM over eigendomsregulering op het gebied van huurwoningen en huisvesting. Anders dan de individuele eisers stellen, weegt volgens die rechtspraak ook in het kader van de
fair balancetoets als niet te miskennen factor mee dat de Staat een ruime beoordelingsmarge toekomt bij afwegingen over de balans tussen betaalbaarheid van wonen en de belangen van verhuurders. [41]
fair balance, omdat zij – als verhuurders van zulke woningen – disproportioneel door de WOZ-cap worden getroffen en schade lijden. Volgens de individuele eisers leidt de WOZ-cap namelijk ertoe dat een rendabele exploitatie van hun woningen bij normale onderhoudskosten onmogelijk wordt.
Fair Huur/Staatvan 26 januari 2018 overwogen dat uit de rechtspraak van het EHRM niet kan worden afgeleid dat het EHRM van oordeel is dat de verhuurder van woonruimte op grond van artikel 1 EP steeds aanspraak kan maken op een redelijke winst of zelfs een minimale winst. [42] De Hoge Raad heeft in die zaak ook gewezen op het oordeel van het EHRM in de zaak
Nobel e.a./Nederlandwaarin het EHRM oordeelde dat de enkele omstandigheid dat de huuropbrengst de met de exploitatie gemoeide kosten niet dekte, niet met zich bracht dat de verhuurder zich met succes kon beroepen op schending van artikel 1 EP. Een factor die daaraan bijdroeg was dat de verhuurder uit vrije wil, dus zonder dwang van overheidswege, tot verhuur is overgegaan dan wel het huurobject in verhuurde staat heeft aangekocht en de daaraan verbonden beperkingen heeft kunnen verdisconteren in de aankoopprijs. [43]
fair balanceworden gekeken naar de daadwerkelijke gevolgen van de eigendomsregulerende maatregel voor de betrokken eigenaar-verhuurder. [45] De individuele eisers moeten dus met concrete feiten en omstandigheden, toegespitst op hun situatie, stellen (en zo nodig bewijzen) dat de WOZ-cap voor hen een individuele onevenredige last opleverde.
- a) het appartement [adres 1] , eigendom van [eiser, sub 2] , gekocht in 1996,
- b) het pand [adres 2] , gezamenlijk eigendom van Marsare en Fortaleza, gekocht in 1992, en
- c) [adres 3] , eigendom van [eiser, sub 5] , gekocht in 1999.
Nobel e.a./Nederland, waarin het EHRM oordeelde dat geen sprake was van schending van artikel 1 EP, ook al werd een exploitatieverlies geleden. De individuele eisers wijzen op toekomstige kosten van groot onderhoud, zoals funderingskosten en dakvernieuwingen, maar ook daarvoor geldt dat de individuele eisers bij de aanschaf of verhuurbeslissing van hun woningen (oudere panden in het centrum van Amsterdam) al redelijkerwijs hebben moeten voorzien dat zij in de toekomst mogelijk met zulke (grote) onderhoudsopgaven te maken konden krijgen.
fair balance. Het beroep van de individuele eisers op schending van artikel 1 EP wordt dan ook verworpen.
fair balanceen dat van strijd met artikel 1 EP geen sprake is. Voor zover de individuele eisers vervolgens de door de WOZ-cap beoogde effecten daadwerkelijk ervaren (wat al op zichzelf niet altijd vaststaat, zie hiervoor) en andere verhuurders niet, betekent dit niet dat dat sprake is van discriminatie.