ECLI:NL:RBDHA:2025:18666
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- N. Meesters - van Luijk
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van twee beroepen tegen besluiten van het COa en de Minister van Asiel en Migratie met betrekking tot plaatsing in een HTL en vrijheidsbeperkende maatregel
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank twee beroepen van eiser, die gericht zijn tegen besluiten van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COa) en de Minister van Asiel en Migratie. Het eerste beroep betreft het besluit van het COa van 11 juli 2025, waarin eiser werd geplaatst in een Handhaving- en Toezichtlocatie (HTL) in Hoogeveen. Het tweede beroep richt zich tegen de maatregel van beperking van de vrijheid van beweging die aan eiser is opgelegd door de minister, op basis van artikel 56 van de Vreemdelingenwet. Eiser heeft tegen deze besluiten beroep ingesteld, maar heeft zich afgemeld voor de zitting op 2 oktober 2025, waar de rechtbank het beroep heeft behandeld. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beroepen ongegrond zijn, wat betekent dat eiser geen gelijk krijgt. De rechtbank concludeert dat het COa en de minister rechtmatig hebben gehandeld bij het nemen van de besluiten. Eiser heeft agressief gedrag vertoond, waaronder het beschadigen van eigendommen en het uiten van doodsbedreigingen. De rechtbank oordeelt dat de plaatsing in de HTL en de vrijheidsbeperkende maatregel proportioneel zijn, ondanks de persoonlijke omstandigheden van eiser. De rechtbank ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling en verklaart de beroepen ongegrond.