Uitspraak
Internationale kinderontvoering
Beschikking op het op 28 april 2025 ingekomen verzoek van:
[de vader] ,
[de moeder] ,
Stichting Leger des Heils Jeugdbescherming & Reclassering,
gevestigd te Utrecht,
Procedure
- het verzoekschrift van de vader;
- het verzoek tot voorlopige voogdij van de Raad voor de Kinderbescherming (de Raad) van 14 mei 2025;
- het F9-formulier van 15 mei 2025 namens de vader;
- het verslag van de bijzondere curator, ingekomen op 1 juli 2025;
- het F9-formulier van 4 juli 2025 van de vader;
- het F9-formulier van 4 juli 2025 van de vader, met bijlagen;
- het verweerschrift met zelfstandig verzoek van de moeder, ingekomen op 4 juli 2025;
- het F9-formulier van 7 juli 2025 van de moeder, met bijlage
- de brief van 7 juli 2025 van de vader, met bijlage.
- [de minderjarige 1] , geboren op [geboortedatum 1] 2013 te [geboorteplaats] , Iran;
- [de minderjarige 2] , geboren op [geboortedatum 2] 2021 te [geboorteplaats] , Iran.
- de vader via telefonische verbinding, bijgestaan door zijn advocaat, en vergezeld door de tolk T. Mehrian;
- de moeder, bijgestaan door haar advocaat, en vergezeld door de tolk T. Mehrian;
- [naam 2] en [naam 3] namens de gecertificeerde instelling;
- de bijzondere curator;
- [naam 4] namens de Raad.
Verzoek en verweer
- primair: de onmiddellijke terugkeer van na te melden minderjarigen te bevelen, althans de terugkeer van de minderjarigen vóór een door de rechtbank in goede justitie te bepalen datum te bevelen, waarbij de moeder de minderjarigen dient terug te brengen naar Iran en daarbij de moeder te veroordelen de geldige paspoorten van de minderjarigen af te geven aan de man;
- dan wel
Feiten
- Partijen zijn gehuwd op 28 december 2007.
- Zij zijn de ouders van de volgende nu nog minderjarige kinderen:
- [de minderjarige 1] , geboren op [geboortedatum 1] 2013 te [geboorteplaats] , Iran, en
- [de minderjarige 2] , geboren op [geboortedatum 2] 2021 te [geboorteplaats] , Iran.
- Op 4 augustus 2024 heeft de moeder met de minderjarigen de woning van partijen te [geboorteplaats] , Iran, verlaten en is met de minderjarigen naar Nederland vertrokken voor een familiebezoek. De vader heeft hiermee ingestemd.
- Op 4 september 2024 heeft de moeder aan de vader meegedeeld dat zij niet met de minderjarigen zal terugkeren naar Iran.
- De vader, de moeder en de minderjarigen hebben de Iraanse nationaliteit.
- De vader heeft zich op 11 april 2025 gewend tot de Nederlandse Centrale Autoriteit (CA). De zaak is bij de CA geregistreerd onder IKO nr. 250043.
Beoordeling
custody) en de wilayat (
guardianship). De hizanat ziet op de zorg- en opvoedingsaspecten van het ouderlijk gezag en de wilayat ziet op het behartigen van vermogensrechtelijke belangen van de minderjarige en het toezicht op opvoeding (waaronder mede begrepen de religieuze opvoeding). Daarnaast mag volgens het Internationaal Juridisch Instituut (IJI) worden aangenomen dat de wilayat de bevoegdheid omvat de gewone verblijfplaats van het kind vast te stellen of te wijzigen, althans dat de instemming van de guardian hiervoor vereist is. Wanneer de ouders gehuwd zijn en/of samenleven komt de hizanat beide ouders toe. Uit de door het IJI geraadpleegde bronnen mag volgens de vader worden afgeleid dat naar Iraans recht als uitgangspunt geldt dat de hizanat zowel bij de vader als de moeder rust, terwijl de wilayat uitsluitend aan de vader toekomt, of bij diens afwezigheid, aan de grootvader in vaderlijke lijn. Tegelijkertijd lijkt het zeer aannemelijk dat de vader naar Iraans recht uiteindelijk bevoegd is om te beslissen over de gewone verblijfplaats van het kind buiten Iran, omdat zulks, naar in het algemeen wordt aangenomen in islamitische rechtsstelsels, verbonden wordt met het hebben van de wilayat. Hieruit volgt dat het juridisch gezag, het recht om te beslissen over de verblijfplaats van de minderjarigen, bij de vader ligt (terwijl de zorg- en opvoedingstaken bij partijen gezamenlijk liggen). Daarom heeft de moeder in strijd met het gezagsrecht van de vader gehandeld door de minderjarigen zonder zijn toestemming in Nederland achter te houden, aldus de vader.
“Wanneer een kind echter de volwassen leeftijd bereikt, is het aan het kind om te beslissen of hij of zij bij de vader of de moeder gaat wonen. Het is tegen de islamitische traditie en de wet om een kind dat de volwassen leeftijd heeft bereikt te dwingen om bij de ouders te gaan wonen of, als zegescheidenzijn, bij de vader of de moeder. Zodra een meisje de leeftijd van negen jaren heeft bereikt […], als er een geschil is tussen een gescheiden stel met betrekking tot de voortzetting van vrijwillige hizanat, zal de beslissing van het kind doorslaggevend zijn bij het toekennen van de hizanat aan de vader of moeder […]. Als de rechtbank door een van de ouders wordt gevraagd om betrokken te raken bij een dergelijk geschil in het belang van het kind, zal de rechtbank beide ouders bevelen om de beslissing van het kind te respecteren.”
Beslissing
- [de minderjarige 1] , geboren op [geboortedatum 1] 2013 te [geboorteplaats] , Iran;
- [de minderjarige 2] , geboren op [geboortedatum 2] 2021 te [geboorteplaats] , Iran;