ECLI:NL:RBDHA:2025:17917
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag en voorlopige voorziening in het bestuursrecht
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 24 september 2025, wordt het beroep van eiser Hashim tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag behandeld. Eiser, die stelt de Syrische nationaliteit te hebben, diende op 26 oktober 2023 een aanvraag in voor een verblijfsvergunning asiel. De minister van Asiel en Migratie heeft deze aanvraag op 30 juli 2025 afgewezen, omdat deze als kennelijk ongegrond werd beschouwd. De rechtbank heeft het beroep en het verzoek om een voorlopige voorziening op 11 september 2025 behandeld, waarbij eiser werd bijgestaan door een vervanger van zijn gemachtigde en een tolk aanwezig was.
De rechtbank oordeelt dat de minister voldoende redenen heeft gegeven om de identiteit, nationaliteit en herkomst van eiser ongeloofwaardig te achten. Eiser heeft inconsistenties in zijn verklaringen over zijn geboortedatum en leeftijd, en heeft een vals document overgelegd. De rechtbank concludeert dat de minister het asielrelaas van eiser niet inhoudelijk hoefde te beoordelen, omdat het eerste asielmotief niet geloofwaardig was. De rechtbank wijst het beroep van eiser af en verklaart de aanvraag kennelijk ongegrond. Ook het verzoek om een voorlopige voorziening wordt afgewezen, omdat er geen aanleiding meer is voor een dergelijke maatregel. Eiser krijgt geen vergoeding van zijn proceskosten.