ECLI:NL:RBDHA:2025:1477
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- A.S. Gaastra
- Rechtspraak.nl
Toetsing van de rechtmatigheid van de maatregel van bewaring in het bestuursrechtelijke kader van de Vreemdelingenwet 2000
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 31 januari 2025 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de maatregel van bewaring van eiser, die door de minister van Asiel en Migratie was opgelegd op 9 september 2024. Eiser heeft beroep ingesteld tegen het voortduren van deze maatregel en verzocht om schadevergoeding. De rechtbank heeft eerder al de rechtmatigheid van de maatregel getoetst in verschillende uitspraken, en in deze procedure lag de focus op de rechtmatigheid van de maatregel sinds 1 januari 2025, het moment waarop het vorige onderzoek was gesloten.
De rechtbank overweegt dat de minister voldoende voortvarend moet handelen bij de uitzetting van eiser naar Algerije. Eiser betoogt dat de minister hierin tekortschiet, onder andere omdat er geen uitzettingshandelingen zijn verricht tijdens zijn strafrechtelijke detentie. De rechtbank stelt echter vast dat de toetsing zich beperkt tot de periode na 1 januari 2025 en dat de minister op dat moment voldoende stappen heeft ondernomen, zoals het voeren van een vertrekgesprek en het rappelleren bij de Algerijnse autoriteiten.
De rechtbank concludeert dat de minister niet in gebreke is gebleven en dat de maatregel van bewaring rechtmatig is. Het beroep van eiser wordt ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding wordt afgewezen. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.