ECLI:NL:RBDHA:2024:19006
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toetsing van de maatregel van bewaring in het bestuursrecht met betrekking tot de voortvarendheid van de minister van Asiel en Migratie
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 14 november 2024 uitspraak gedaan in een procedure over de maatregel van bewaring die aan eiser is opgelegd door de minister van Asiel en Migratie. Eiser, die sinds 22 juni 2024 in bewaring zit, heeft beroep ingesteld tegen het voortduren van deze maatregel. De rechtbank heeft eerder, op 23 september 2024, de rechtmatigheid van de maatregel getoetst en vastgesteld dat deze tot dat moment rechtmatig was. De huidige procedure richt zich op de vraag of het voortduren van de maatregel sinds 17 september 2024 nog steeds rechtmatig is.
Eiser betoogt dat de minister onvoldoende voortvarend handelt bij de uitzetting naar Algerije, omdat er nog geen laissez-passer is afgegeven door de Algerijnse autoriteiten. De rechtbank heeft echter vastgesteld dat de minister wel degelijk stappen heeft ondernomen, zoals het voeren van een vertrekgesprek en het rappeleren bij de Algerijnse autoriteiten. De rechtbank concludeert dat de minister voldoende voortvarend handelt en dat het aan de Algerijnse autoriteiten is om de afgifte van de laissez-passer te regelen.
De rechtbank komt tot de conclusie dat het beroep ongegrond is en wijst ook het verzoek om schadevergoeding af. De uitspraak is gedaan door mr. S.A. van Hoof, rechter, en is openbaar gemaakt. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.