ECLI:NL:RBDHA:2024:22167
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J.M.C. Kleijberg
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen voortduren van maatregel van bewaring in vreemdelingenrechtelijke zaak
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 23 december 2024 uitspraak gedaan in een beroep tegen de voortduren van een maatregel van bewaring, opgelegd door de minister van Asiel en Migratie. De maatregel van bewaring was op 9 september 2024 opgelegd op grond van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000. Eiser, die sinds 22 juni 2024 in vreemdelingenbewaring zit, heeft beroep ingesteld tegen het voortduren van deze maatregel en verzocht om schadevergoeding. Tijdens de zitting op 17 december 2024 zijn eiser en zijn gemachtigde niet verschenen, terwijl de minister vertegenwoordigd was door zijn gemachtigde.
De rechtbank heeft overwogen dat zij eerder de rechtmatigheid van de maatregel van bewaring heeft getoetst en dat deze tot het sluiten van het onderzoek in de vorige beroepsprocedure rechtmatig was. De rechtbank heeft zich beperkt tot de beoordeling van de rechtmatigheid van de maatregel van bewaring sinds 11 november 2024. Eiser voerde aan dat de minister onvoldoende voortvarend werkt aan zijn uitzetting, maar de rechtbank oordeelde dat de minister voldoende inspanningen heeft geleverd, waaronder het versturen van rappelbrieven en het voeren van vertrekgesprekken.
De rechtbank heeft geconcludeerd dat er geen gronden zijn om te oordelen dat de rechtmatigheidsvoorwaarden voor de maatregel van bewaring niet zijn voldaan. Het beroep is ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding is afgewezen. De uitspraak is gedaan door mr. J.M.C. Kleijberg, rechter, in aanwezigheid van mr. L.G.C. Lelifeld, griffier, en is openbaar gemaakt op 30 december 2024.