ECLI:NL:RBDHA:2025:14650
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de loonstrook van een ambtenaar in het kader van het gelijkheidsbeginsel en de kwalificatie als besluit
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 2 juli 2025, in de zaak tussen eiser, vertegenwoordigd door mr. P. de Casparis, en de staatssecretaris van Defensie, vertegenwoordigd door mr. P.M. van der Weijden, wordt het beroep van eiser tegen zijn loonstrook van augustus 2023 beoordeeld. Eiser, werkzaam bij de Koninklijke Marechaussee, had bezwaar aangetekend tegen de loonstrook, maar de rechtbank oordeelt dat deze loonstrook niet kan worden aangemerkt als een besluit in de zin van artikel 1:3, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank stelt vast dat de loonstrook slechts een herhaling is van een eerder besluit en dat er geen wijziging in de bezoldiging heeft plaatsgevonden. Hierdoor had verweerder het bezwaar van eiser niet-ontvankelijk moeten verklaren. De rechtbank verklaart het beroep gegrond en vernietigt het bestreden besluit van 6 november 2024. Tevens wordt bepaald dat het bezwaar van eiser tegen de loonstrook niet-ontvankelijk is en dat verweerder het griffierecht en proceskosten aan eiser moet vergoeden.