ECLI:NL:RBDHA:2025:13073
Rechtbank Den Haag
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Internationale kinderontvoering met verzoek tot terugkeer van minderjarigen naar Nederland
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 11 juli 2025 een beschikking gegeven in een procedure over internationale kinderontvoering. De vader heeft verzocht om de onmiddellijke terugkeer van zijn twee minderjarige kinderen, die zonder zijn toestemming door de moeder naar Egypte zijn meegenomen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de kinderen voor hun verblijf in Egypte hun gewone verblijfplaats in Nederland hadden en dat het gezagsrecht gezamenlijk werd uitgeoefend door beide ouders. De moeder is niet verschenen op de zitting en heeft geen verweer gevoerd tegen het verzoek van de vader. De rechtbank heeft de zaak behandeld op 16 juni 2025, waarbij de vader en zijn advocaat aanwezig waren, evenals een vertegenwoordiger van de Raad voor de Kinderbescherming. De moeder was niet aanwezig, ondanks dat zij op haar adres en via e-mail was opgeroepen. De rechtbank heeft de moeder de gelegenheid gegeven om haar standpunt kenbaar te maken, maar zij heeft geen reactie gegeven. De rechtbank heeft geoordeeld dat de vasthouding van de kinderen in Egypte ongeoorloofd is, omdat dit in strijd is met het gezagsrecht van de vader. De rechtbank heeft daarom de onmiddellijke terugkeer van de kinderen gelast, met een uiterste datum van 28 juli 2025. De proceskosten worden gecompenseerd, en de moeder is verplicht om de kinderen terug te brengen naar Nederland of hen aan de vader af te geven indien zij dit nalaat.