1.5.Verweerder heeft in hetgeen eiseres in bezwaar heeft aangevoerd geen reden gezien om het primaire besluit te herroepen. Verweerder overweegt dat er sprake is van de opting-in regeling. Er is echter geen verzekering voor de werknemersverzekeringen waardoor eiseres niet verzekerd is voor de ZW en dus ook geen ZW-uitkering kan krijgen. Het bezwaar is ongegrond verklaard.
De standpunten van partijen
2. Eiseres is het niet eens met het bestreden besluit en voert het volgende aan. Eiseres stelt dat het besluit berust op een onjuiste grondslag. Eiseres stelt dat de opting-in regeling niet doorslaggevend is bij de beoordeling van de vraag of sprake is van een arbeidsovereenkomst. In dit verband verwijst eiseres naar een uitspraak van de Centrale Raad van Beroep (de Raad) van 15 maart 2023.Er dient een beoordeling plaats te vinden van de feitelijke situatie en of de elementen van een arbeidsovereenkomst aanwezig zijn.
3. Verweerder ziet geen aanleiding om zijn beslissing te wijzigen en voert het volgende aan. Op zichzelf is juist dat verweerder niet alleen kon afgaan op de opting-in regeling. Uit de zorgovereenkomst van 29 september 2020 blijkt echter niet dat eiseres haar werkzaamheden onder gezagsverhouding uitvoerde. Volgens de zorgovereenkomst is er sprake van een overeenkomst van opdracht zoals bedoeld in artikel 7:400 BW, er is zelfs uitdrukkelijk benoemd “de zorgverlener komt niet bij u in dienst”. Eiseres heeft deze overeenkomst ondertekend. Hieruit blijkt dat er geen sprake was van een arbeidsovereenkomst. In de overeenkomst ontbreken ook essentiële onderwerpen zoals vakantiedagen, verlof, een procedure omtrent ziekmeldingen en de verwijzing naar een cao. De betaling, waarbij alleen loonheffing is afgedragen, sluit hierop aan nu er geen premies voor sociale verzekeringen (SV-premies) zijn afgedragen. Eiseres heeft in bezwaar een extra betaling over de maand juni 2022 overgelegd, echter ook hieruit blijkt niet dat er sprake was van een gezagsverhouding. Uit de loonstrook blijkt niet dat het om overwerk gaat. Ook blijkt uit het overzicht van de werkzaamheden niet dat die onder een gezagsverhouding werden uitgevoerd.
4. Eiseres heeft met een aanvullend beroepschrift en stukken op het verweer gereageerd. Eiseres stelt dat er in de praktijk wel degelijk sprake was van een gezagsverhouding. In dit verband wordt er verwezen naar de verdeling van zorgtaken en de toelichting die zij hierop heeft gegeven. Er zijn verder mondelinge afspraken gemaakt over vakantiedagen en ziekmelding. Op grond hiervan was er sprake van vijf weken vakantie per jaar en niet meer dan drie weken aaneengesloten in verband met vervanging. Ten aanzien van de afspraken omtrent overwerk wordt verwezen naar de zorgovereenkomst van 16 oktober 2019. Hieruit blijkt dat overwerk conform het normale uurtarief van de Svb wordt uitbetaald, een ander bedrag is dan ook niet mogelijk. In de maand juni 2022 is extra uitbetaald voor het overwerk in de maanden mei en juni 2022 naast de reguliere uitbetaling. Aangenomen kan dus worden dat hierbij sprake is van uitbetaling overwerk.
5. Verweerder heeft met een aanvullend verweerschrift gereageerd. Volgens verweerder heeft eiseres niet aangetoond dat sprake was van een arbeidsovereenkomst. Uit de door eiseres overgelegde jaaropgaven blijkt dat er geen SV-premies werden afgedragen. Er wordt zelfs expliciet vermeld dat eiseres niet voor de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) verzekerd is. Eiseres is dan ook niet verzekerd voor de ZW. Er is van de kant van eiseres geen objectieve en verifieerbare informatie verstrekt over de manier waarop eiseres haar werk moest verrichten. Ook wordt niet duidelijk op welke wijze eiseres ondergeschikt was aan de budgethouder. De bedoeling van eiseres is voorts niet van belang voor de vraag of zij in een dienstbetrekking werkzaam was, aldus verweerder.
Beoordeling door de rechtbank
Motivering bestreden besluit
6. De rechtbank heeft ter zitting besproken en verweerder heeft bevestigd dat de motivering van het bestreden besluit onvoldoende was en niet zag op de daadwerkelijke inhoud van het geschil. In beroep heeft verweerder zijn besluit van een nadere motivering voorzien. Vanwege dit motiveringsgebrek zal het beroep gegrond verklaard worden en zal het bestreden besluit worden vernietigd. De rechtbank ziet echter aanleiding om de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit in stand te laten en overweegt daartoe als volgt.
Privaatrechtelijke dienstbetrekking?
7. In deze zaak is in geschil of eiseres moet worden aangemerkt als werknemer in de zin van de ZW en of zij aanspraak kan maken op een ZW-uitkering. Op grond van artikel 3, eerste lid, van de ZW is daarvoor vereist dat zij in een privaatrechtelijke dienstbetrekking stond tot de budgethouder.