ECLI:NL:RBDHA:2025:10538
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toewijzing van een verzoek tot toelating tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (Wsnp) met verlenging van de looptijd
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 12 juni 2025 uitspraak gedaan over het verzoek van een verzoekster om toegelaten te worden tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (Wsnp). De verzoekster bevindt zich in een problematische schuldensituatie en heeft een verzoek ingediend om tot de Wsnp te worden toegelaten. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verzoekster voldoet aan de eisen voor toelating tot de Wsnp, waaronder de vereiste van te goeder trouw zijn bij het ontstaan van de schulden. De rechtbank heeft ook de mogelijkheid van een eerdere ingangsdatum van de Wsnp beoordeeld en heeft besloten dat deze ingangsdatum kan worden vastgesteld op 4 oktober 2024, de datum waarop de eerste aflossing in het kader van de buitengerechtelijke schuldregeling is gedaan.
De rechtbank heeft verder geoordeeld dat de looptijd van de Wsnp met twee maanden moet worden verlengd, omdat het Wsnp-verzoek eerder had moeten worden ingediend. Dit is in het belang van alle betrokkenen, vooral de niet-beslagleggende schuldeisers. De rechtbank heeft de verplichtingen van de verzoekster tijdens de Wsnp uiteengezet, waaronder een informatieverplichting en een afdrachtverplichting. De beslissing van de rechtbank houdt in dat de verzoekster voor een periode van twintig maanden onder de Wsnp valt, ingaande op de eerder vastgestelde datum van 4 oktober 2024. De rechtbank heeft ook een rechter-commissaris en een bewindvoerder benoemd en de bewindvoerder de opdracht gegeven om de post van de verzoekster in te zien gedurende de eerste dertien maanden van de regeling.