Uitspraak
RECHTBANK Den Haag
2. de rechtspersoon naar buitenlands recht
Rechtbank Den Haag
In deze zaak, die op 10 juni 2025 door de Rechtbank Den Haag werd behandeld, ging het om een kort geding dat door Stokke AS en Peter Opsvik AS (hierna gezamenlijk Stokke c.s.) was aangespannen tegen Cybex GmbH en Cybex Retail GmbH (hierna gezamenlijk Cybex c.s.). Stokke c.s. hebben een kort geding ingesteld om een verbod te verkrijgen op de verhandeling van de Iris Chair, een kinderstoel ontwikkeld door Cybex, die volgens hen inbreuk maakt op hun auteursrechten op de Tripp Trapp-stoel. Het kort geding werd echter op 3 april 2025 door Stokke c.s. ingetrokken, voordat de mondelinge behandeling had plaatsgevonden. Cybex c.s. hebben vervolgens verzocht om een proceskostenveroordeling, wat door de voorzieningenrechter werd toegewezen. De voorzieningenrechter oordeelde dat er geen misbruik van procesrecht was door de intrekking van de zaak, aangezien Stokke c.s. hun vorderingen tegen Baby Jungle, een derde gedaagde, hadden ingetrokken nadat deze vrijwillig aan hun vorderingen had voldaan. De voorzieningenrechter heeft de proceskosten begroot op € 12.159,50, waarbij rekening is gehouden met de complexiteit van de zaak en de gemaakte kosten door Cybex c.s. De uitspraak benadrukt het belang van de proceskostenveroordeling in kort gedingen, vooral in zaken die betrekking hebben op intellectuele eigendom.