Voetnoten
1.Dat volgt uit artikel 6:19, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht.
2.Rb. Den Haag (zp. Arnhem), 10 augustus 2021, AWB 20/1525 V (niet gepubliceerd), waarbij het verzet tegen de uitspraak van 12 mei 2021, AWB 20/1525 (niet gepubliceerd) ongegrond is verklaard.
3.Idem.
5.HvJEU 10 februari 2000, ECLI:EU:C:2000:77.
6.Besluit 1/80 van de Associatieraad EEG-Turkije van 19 september 1980 betreffende de ontwikkeling van de Associatie.
7.HvJEU 16 maart 2002, ECLI:EU:C:2000:133.
8.Zie noot 4, punten 5.1. en 5.2.
9.Zie HvJEU 17 april 1997, Kadiman, ECLI:EU:C:1997:205, punt 28.
11.Zie paragraaf B1/6.2.1 van de Vc 2000.
12.Nazli, punt 44 (zie noot 5).
13.Idem.
14.Richtlijn 2004/38/EG.
15.Zie WBV 2018/4, Staatscourant 2018, nummer 36067, toelichting paragraaf K, en HvJEU 29 april 2010, Commissie tegen Nederland, ECLI:EU:C:2010:228, punten 66-70.
16.Paragraaf B10/4.4 van de Vc 2000. In 2021 is daarbij ook de term ‘verplaatsing hoofdverblijf’ vervangen door ‘langdurige afwezigheid zonder gegronde redenen’. Zie WBV 2021/18, Staatscourant 2021, nummer 41948, toelichting paragraaf L, en IND Werkinstructie 2023/1, paragraaf 2.8.1.
17.Zie HvJEU 29 april 2010, Commissie tegen Nederland, ECLI:EU:C:2010:228, punten 66-70.
18.HvJEU 20 januari 2022, ECLI:EU:C:2022:39.
19.Richtlijn 2003/109/EG.
20.Arrest ZK (zie noot 18), punt 45.
21.Arrest Ergat (zie noot 7), punt 50.
22.Aanvullende stukken d.d. 16 juni 2023, pagina 44 en 50.
23.Idem, pagina’s 25.
24.Idem, pagina’s 3 en 4.
25.HvJEU 9 februari 2023, S, E en C, ECLI:EU:C:2023:77.
27.HvJEU 8 december 2021, Ziebell, ECLI:EU:C:2011:809, punten 81 en 82.
28.Pagina 7, vijfde alinea van het besluit van 11 februari 2022 en pagina 3, vierde alinea, van het bestreden besluit van 1 april 2022.
29.Hoofdstuk IX – B, C 26 t , paragraaf 8, van de Vc 1966 (35e wijziging Vc).
30.A4/4.3.2.1 van de Vc 1994, zoals deze luidde op 1 januari 1994.
31.Zie bijvoorbeeld A4/5.3.3.2 van de Vc 1982 (supplement 6, september 1991), waarin slechts wordt gesproken over ‘Elke onvoorwaardelijke gevangenisstraf of vrijheidsbenemende maatregel wegens misdrijf’.
33.Artikel 8:72, vijfde lid, van de Awb maakt dit mogelijk.