ECLI:NL:RBDHA:2024:9332
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het voortduren van de maatregel van bewaring in het vreemdelingenrecht
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Arnhem, wordt het beroep van eiser tegen het voortduren van de aan hem opgelegde maatregel van bewaring beoordeeld. Deze maatregel is opgelegd op 10 april 2024 en is eerder getoetst op 30 april 2024. De rechtbank heeft het vooronderzoek gesloten op 7 juni 2024 en bepaald dat een onderzoek ter zitting achterwege blijft. Eiser, vertegenwoordigd door mr. R.T. Laigsingh, voert aan dat er geen zicht op uitzetting binnen een redelijke termijn is, omdat de aanvraag voor een laissez-passer langer dan zes weken duurt en er geen documenten zijn. De rechtbank oordeelt echter dat er nog steeds zicht op uitzetting is, aangezien de aanvragen voor een laissez-passer voor Libanon en Marokko nog in behandeling zijn. De rechtbank concludeert dat de maatregel van bewaring rechtmatig is en dat het beroep ongegrond is. Het verzoek om schadevergoeding wordt afgewezen en de staatssecretaris hoeft geen proceskosten te vergoeden. De uitspraak is gedaan door mr. J.M.C. Schuurman-Kleijberg, rechter, in aanwezigheid van mr. N. ter Horst, griffier, en is openbaar uitgesproken.