ECLI:NL:RBDHA:2024:9254
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek om overbrenging vanuit Afghanistan en de afwijzing op grond van de Tolkenregeling
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank Den Haag het beroep van eiser, een Afghaanse tolk, tegen de afwijzing van zijn verzoek om overbrenging naar Nederland. Eiser had op 16 maart 2022 een verzoek ingediend om hem en zijn gezinsleden over te brengen vanuit Afghanistan, omdat hij tussen juli 2010 en november 2011 als tolk had gewerkt voor de NAVO en ISAF, waaronder de Nederlandse missie. De minister van Defensie, verweerder, heeft het verzoek op 28 april 2022 afgewezen en het bezwaar van eiser op 1 februari 2023 niet-ontvankelijk verklaard. Eiser betoogt dat deze afwijzing een besluit is in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en dat zijn bezwaar ten onrechte niet-ontvankelijk is verklaard. De rechtbank oordeelt dat de afwijzing van het verzoek om overbrenging wel degelijk een besluit is volgens de Awb, en dat verweerder het bezwaar ten onrechte niet-ontvankelijk heeft verklaard. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit en draagt verweerder op om een nieuwe beslissing te nemen op het bezwaar van eiser, met inachtneming van deze uitspraak. Tevens wordt verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 875,-.