ECLI:NL:RBDHA:2024:6843
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- B.F.Th. de Roos
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen voortduren van maatregel van bewaring in vreemdelingenzaak met zicht op uitzetting naar Algerije
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Middelburg, op 30 april 2024 uitspraak gedaan in een beroep tegen het voortduren van een maatregel van bewaring. Eiser, die stelt de Algerijnse nationaliteit te hebben, heeft op 28 februari 2024 een maatregel van bewaring opgelegd gekregen, welke op 8 maart 2024 werd opgeheven. Op 14 maart 2024 werd echter opnieuw een maatregel van bewaring opgelegd. Eiser heeft beroep ingesteld tegen het voortduren van deze maatregel en verzocht om schadevergoeding. De rechtbank heeft het onderzoek op 26 april 2024 gesloten zonder zitting te houden.
De rechtbank overweegt dat het beroep gericht is tegen het voortduren van de maatregel van 14 maart 2024. De rechtbank toetst of de maatregel van bewaring in strijd is met de Vreemdelingenwet en of deze in redelijkheid gerechtvaardigd is. Eiser voert aan dat er geen redelijk vooruitzicht op verwijdering is, omdat verweerder niet beschikt over een identiteitsdocument. De rechtbank stelt vast dat er in het algemeen zicht op uitzetting naar Algerije bestaat en dat de belangenafweging in het voordeel van verweerder uitvalt, gezien het gevaar van onttrekking aan het toezicht.
De rechtbank concludeert dat het belang van verweerder bij voortduring van de bewaring groter is dan het belang van eiser om in vrijheid te worden gesteld. Het beroep wordt ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding wordt afgewezen. De uitspraak is gedaan door mr. B.F.Th. de Roos, rechter, en openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.