In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 18 januari 2024, is het beroep van eisers tegen de natuurvergunning van WP Retail niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank oordeelt dat het college van gedeputeerde staten van Zuid-Holland de natuurvergunning op verzoek van WP Retail heeft ingetrokken, en dat eisers geen procesbelang meer hebben bij hun beroep tegen het bestreden besluit. De rechtbank stelt vast dat eisers, hoewel zij zich niet kunnen vinden in de inhoudelijke overwegingen van het college, niet in een andere situatie worden gebracht dan waarin zij zich thans bevinden. De rechtbank concludeert dat eisers onvoldoende belang hebben bij een oordeel over het intrekkingsbesluit, waardoor het beroep niet-ontvankelijk wordt verklaard.
Daarnaast hebben eisers verzocht om schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn. De rechtbank constateert dat de redelijke termijn van 24 maanden met 14 maanden is overschreden. Gezien het feit dat eisers als groep hebben geprocedeerd, wordt de schadevergoeding gematigd. Elk van de eisers ontvangt een schadevergoeding van € 375,-, wat in totaal € 1.500,- bedraagt. De Staat der Nederlanden wordt veroordeeld tot vergoeding van deze schade en tot betaling van de proceskosten van € 437,50.