ECLI:NL:RBDHA:2024:5816
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om overbrenging van Afghanistan naar Nederland op basis van niet-ontvankelijkheid en beleidscriteria
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 20 maart 2024, zaaknummer SGR 22/7475, is het verzoek van eisers om overbrenging van Afghanistan naar Nederland afgewezen. Eisers, afkomstig uit Afghanistan, hadden verzocht om overbrenging op basis van hun vermeende gevaarlijke situatie, waarbij eiser [eiser 1] stelde te hebben gewerkt voor de Norwegian Refugee Council (NRC) en betrokken te zijn geweest bij de burgerrechtenbeweging. De rechtbank beoordeelt het beroep tegen de afwijzing van hun verzoek, dat door de minister van Buitenlandse Zaken was afgewezen. De rechtbank stelt vast dat eisers niet voldoen aan de criteria voor overbrenging zoals vastgelegd in de Kamerbrief van 11 oktober 2021, die speciale voorzieningen biedt voor bepaalde groepen. Eisers zijn niet opgeroepen tijdens de acute evacuatiefase en de NRC valt niet onder de Nederlandse ngo's die in aanmerking komen voor overbrenging. De rechtbank concludeert dat het bestreden besluit niet onzorgvuldig tot stand is gekomen en dat de minister op goede gronden heeft geconcludeerd dat eisers niet binnen de reikwijdte van de in de Kamerbrief omschreven groepen vallen. Het beroep tegen het bestreden besluit I is niet-ontvankelijk verklaard, terwijl het beroep tegen het bestreden besluit II ongegrond is verklaard. De rechtbank kent een proceskostenvergoeding toe aan eisers van € 875,- voor de rechtsbijstand.