ECLI:NL:RBDHA:2024:5454
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bestuursrechtelijke procedure inzake invorderingsbesluit van kosten van bestuursdwang voor het onrechtmatig bezit van beschermde vogels
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 19 april 2024 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure over een invorderingsbesluit van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Eiser, die 137 beschermde vogels onrechtmatig in bezit had, kreeg de kosten van bestuursdwang ter hoogte van € 8.445,28 in rekening gebracht. Eiser had bezwaar gemaakt tegen dit besluit, maar het bezwaar werd ongegrond verklaard. De rechtbank behandelde het beroep op 19 september 2023, waarbij eiser en zijn broer, bijgestaan door hun gemachtigden, aanwezig waren. De rechtbank concludeerde dat de kosten die na de afstandsverklaring van de vogels zijn gemaakt, terecht aan eiser in rekening zijn gebracht. De rechtbank oordeelde dat de Minister voldoende had gemotiveerd waarom de vogels niet eerder konden worden vrijgegeven en dat de kosten voor de opvang en verzorging van de vogels gedurende de periode van 30 juni 2020 tot 4 november 2020 voor rekening van eiser komen. Eiser had aangevoerd dat hij als bewaarder aangesteld had kunnen worden en dat de kosten onterecht waren, maar de rechtbank verwierp deze argumenten. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en wees de verzoeken van eiser af.