ECLI:NL:CBB:2018:568
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Kostenbesluit bestuursdwang en de verplichting tot bewijsvoering door de overheid
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 30 oktober 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen een appellante en de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. De appellante had beroep ingesteld tegen een kostenbesluit van de minister, waarbij kosten van bestuursrechtelijke handhaving voor een bedrag van € 23.389,46 in rekening waren gebracht. Dit bedrag was later verlaagd naar € 22.317,38 na een heroverweging van het bezwaar door de minister. De appellante betwistte de redelijkheid van de kosten en voerde aan dat zij per 26 april 2016 afstand had gedaan van de honden, waarvoor de kosten waren gemaakt. Het College oordeelde dat de appellante niet aannemelijk had gemaakt dat zij afstand had gedaan van de honden en dat de kosten die in rekening waren gebracht, deugdelijk waren onderbouwd met gespecificeerde facturen. Het College volgde de appellante niet in haar stelling dat de kosten onredelijk hoog waren en oordeelde dat de minister niet gehouden was te bewijzen dat hij de facturen daadwerkelijk had betaald. De gronden van de appellante werden verworpen en het beroep werd ongegrond verklaard. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.