ECLI:NL:RBDHA:2024:4254
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing herhaalde Chavez-aanvraag en verzoek om opheffing inreisverbod met toepassing van artikel 4:6 Awb
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 19 maart 2024 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende een herhaalde aanvraag van eiser tot afgifte van een document dat rechtmatig verblijf als gemeenschapsonderdaan zou bevestigen, alsook een verzoek tot opheffing van een eerder opgelegd inreisverbod. Eiser, een Algerijnse man die sinds 1987 in Nederland verblijft, had eerder een aanvraag ingediend die was afgewezen op basis van zijn strafrechtelijke verleden en de gevaren die hij voor de openbare orde zou vormen. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had de herhaalde aanvraag afgewezen, stellende dat er geen nieuwe feiten of omstandigheden waren die een heroverweging rechtvaardigden. De rechtbank heeft de zaak behandeld op 6 februari 2024, waarbij eiser en zijn gemachtigden aanwezig waren. Eiser voerde aan dat hij nieuwe bewijsstukken had overgelegd die zijn afhankelijkheidsrelatie met zijn dochter, die minderjarig is, onderbouwden. De rechtbank oordeelde echter dat de staatssecretaris terecht had geoordeeld dat de nieuw aangevoerde feiten niet voldoende waren om het eerdere besluit te herzien. De rechtbank concludeerde dat het besluit van de staatssecretaris niet evident onredelijk was en dat eiser niet in bezwaar was gehoord, omdat er geen aanleiding was om te veronderstellen dat het horen tot een ander besluit zou leiden. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond, waardoor de afwijzing van de herhaalde aanvraag en het verzoek om opheffing van het inreisverbod in stand bleef.