Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam eiser] , eiser,
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Middelburg, op 19 maart 2024 uitspraak gedaan in een vervolgberoep van een Marokkaanse eiser tegen de maatregel van bewaring die op 9 januari 2024 door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was opgelegd. De eiser heeft beroep ingesteld tegen het voortduren van deze maatregel en verzocht om schadevergoeding. De rechtbank heeft bepaald dat een onderzoek ter zitting achterwege blijft en heeft het onderzoek op 13 maart 2024 gesloten.
De rechtbank overweegt dat de maatregel van bewaring eerder is getoetst en dat deze tot het moment van het sluiten van het onderzoek rechtmatig was. De toetsing richtte zich op de vraag of het voortduren van de maatregel sinds 9 februari 2024 rechtmatig is. Eiser stelt dat verweerder onvoldoende voortvarend heeft gehandeld in de periode voorafgaand aan de afgifte van de laissez-passer (LP). De rechtbank constateert echter dat verweerder op 13 februari en 5 maart 2024 schriftelijk heeft gerappelleerd bij de Marokkaanse autoriteiten en dat er verschillende vertrekgesprekken met eiser zijn gevoerd.
De rechtbank concludeert dat er geen bewijs is dat verweerder op enig moment onvoldoende voortvarend heeft gehandeld. Ook de ambtshalve toetsing leidt niet tot de conclusie dat het voortduren van de maatregel onrechtmatig was. Het beroep van eiser wordt ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding wordt afgewezen. Er bestaat geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.