ECLI:NL:RBDHA:2024:3693
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkverklaring asielaanvraag vanwege status in Bulgarije
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag. Eiser, een Syrische nationaliteit, heeft op 29 december 2023 een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel ingediend. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft deze aanvraag op 15 januari 2024 niet-ontvankelijk verklaard, omdat eiser in Bulgarije internationale bescherming heeft gekregen. De rechtbank heeft het beroep en het verzoek om een voorlopige voorziening op 6 februari 2024 behandeld.
De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris terecht heeft geoordeeld dat eiser terug kan keren naar Bulgarije, gezien de internationale bescherming die hij daar heeft ontvangen. Eiser heeft aangevoerd dat de situatie voor statushouders in Bulgarije onhoudbaar is en dat hij geen hulp kan krijgen van de autoriteiten. De rechtbank stelt echter vast dat het aan eiser is om aan te tonen dat de situatie in Bulgarije voor hem onacceptabel is, wat hij niet heeft kunnen doen. De rechtbank verwijst naar recente jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, die bevestigt dat Bulgarije zijn verdragsverplichtingen nakomt.
De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris niet onterecht heeft gesteld dat van eiser een actieve houding mag worden verwacht om zijn rechten als statushouder in Bulgarije te effectueren. Eiser heeft niet aangetoond dat hij zich voldoende heeft ingespannen om zijn situatie in Bulgarije te verbeteren. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af. Eiser krijgt geen vergoeding van zijn proceskosten.