ECLI:NL:RBDHA:2024:3680
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het voortduren van de maatregel van bewaring in het bestuursrecht
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 19 maart 2024, wordt het beroep van eiser tegen het voortduren van de aan hem opgelegde maatregel van bewaring beoordeeld. Deze maatregel, opgelegd op 4 augustus 2023, is eerder getoetst in verschillende procedures. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de maatregel op 24 januari 2024 verlengd, wat door de rechtbank op 13 februari 2024 als ongegrond is verklaard. Eiser heeft op 12 maart 2024 zijn beroep behandeld via een beeldverbinding, bijgestaan door een waarnemer van zijn gemachtigde. De rechtbank onderzoekt of het voortduren van de maatregel rechtmatig is, aan de hand van de beroepsgronden van eiser.
De rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is. De maatregel van bewaring is rechtmatig, omdat de staatssecretaris tijdig een verlengingsbesluit heeft genomen en er geen noodzaak is voor een aparte verzwaarde belangenafweging. Eiser heeft geen overtuigende argumenten aangedragen voor het toepassen van een lichter middel, zoals een meldplicht, en de rechtbank oordeelt dat er nog steeds risico's zijn dat eiser zich aan het toezicht zal onttrekken. Bovendien is er voldoende zicht op uitzetting naar Gambia, ondanks de beweringen van eiser dat dit niet het geval is. De rechtbank wijst het verzoek om schadevergoeding af en er wordt geen proceskostenveroordeling opgelegd.