ECLI:NL:RBDHA:2024:3094
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag en interstatelijk vertrouwensbeginsel in het kader van Dublinverordening
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Arnhem, op 8 maart 2024 uitspraak gedaan in een asielzaak waarbij de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de asielaanvraag van eiser niet in behandeling heeft genomen, omdat Bulgarije verantwoordelijk zou zijn voor de behandeling daarvan. Eiser had eerder op 30 juli 2023 een verblijfsvergunning asiel aangevraagd, maar deze aanvraag werd afgewezen. De rechtbank had eerder het beroep van eiser tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard, maar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft deze uitspraak op 21 februari 2024 vernietigd en de zaak terugverwezen naar de rechtbank voor herbeoordeling.
De rechtbank heeft in deze uitspraak de omstandigheden van eiser opnieuw beoordeeld, met inachtneming van de eerdere uitspraak van de Afdeling. Eiser betoogde dat Bulgarije niet kan worden beschouwd als een veilige derde staat, omdat hij daar in het verleden mishandeld was en geen toegang had tot rechtsbijstand. De rechtbank oordeelde echter dat de staatssecretaris zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat er geen aanwijzingen zijn dat eiser in Bulgarije een reëel risico loopt op een behandeling die in strijd is met artikel 4 van het EU Handvest. De rechtbank concludeerde dat de staatssecretaris de asielaanvraag van eiser niet onverplicht aan zich hoefde te trekken en verklaarde het beroep ongegrond.
De uitspraak benadrukt de toepassing van het interstatelijk vertrouwensbeginsel in het kader van de Dublinverordening en de verantwoordelijkheden van lidstaten bij de behandeling van asielaanvragen. Eiser heeft geen overtuigend bewijs geleverd dat zijn situatie in Bulgarije onaanvaardbaar zou zijn, en de rechtbank heeft de argumenten van eiser niet overtuigend geacht. De uitspraak is openbaar gemaakt en biedt inzicht in de juridische overwegingen rondom asielprocedures en de verantwoordelijkheden van de betrokken lidstaten.