ECLI:NL:RBDHA:2024:2928
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag van eiser afgewezen op grond van ongeloofwaardigheid van verklaringen over seksuele gerichtheid en mensenhandel
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedaan op 6 maart 2024, wordt het beroep van eiser tegen het besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid behandeld. Eiser, die stelt afkomstig te zijn uit Nigeria, heeft in het verleden asiel aangevraagd, maar zijn aanvraag is afgewezen omdat de staatssecretaris deze als ongegrond heeft beoordeeld. De rechtbank heeft het beroep op 15 februari 2024 behandeld, waarbij eiser werd bijgestaan door zijn gemachtigde en een tolk. De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris onvoldoende geloof heeft gehecht aan de verklaringen van eiser over zijn seksuele gerichtheid en de problemen die hij zou ondervinden van een mensensmokkelaar. Eiser heeft verklaard dat hij in Nigeria een liefdesrelatie had met een man, maar de staatssecretaris achtte deze verklaringen ongeloofwaardig. De rechtbank concludeert dat eiser onvoldoende inzicht heeft gegeven in zijn ervaringen en dat zijn verklaringen tegenstrijdig zijn. De rechtbank wijst het beroep van eiser af, waardoor hij geen asielvergunning krijgt en geen vergoeding van proceskosten ontvangt. De uitspraak benadrukt het belang van een integrale geloofwaardigheidsbeoordeling in asielzaken, vooral in gevallen waarin seksuele gerichtheid als asielmotief wordt aangevoerd.