ECLI:NL:RBDHA:2024:22959
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen over nabetaling bezoldiging na ontslag wegens wangedrag
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 6 december 2024, wordt het beroep van eiser tegen het niet tijdig beslissen door verweerder, de staatssecretaris van Defensie, behandeld. Eiser, een voormalig beroepsmilitair, had in 2016 ontslag gekregen wegens wangedrag. Dit ontslag werd later door de Centrale Raad van Beroep vernietigd, waardoor eiser aanspraak maakte op nabetaling van zijn bezoldiging. Eiser had verweerder op 7 november 2023 geïnformeerd over zijn aanspraak op nabetaling, maar verweerder had aanvullende informatie nodig om de bezoldiging te berekenen. De beslistermijn was opgeschort tot 12 januari 2024, en de rechtbank oordeelde dat de ingebrekestelling van eiser op 12 januari 2024 prematuur was, omdat de beslistermijn nog niet was verstreken. Eiser had pas op 19 april 2024 beroep ingesteld wegens niet tijdig beslissen. De rechtbank verklaarde het beroep niet-ontvankelijk, omdat verweerder niet in gebreke was gebleven. Er was geen aanleiding voor proceskostenvergoeding of griffierecht. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en partijen werden geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep bij de Centrale Raad van Beroep.