In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de herziening en terugvordering van haar bijstandsuitkering op grond van de Participatiewet (Pw). Het college van burgemeester en wethouders van Leidschendam-Voorburg heeft bij besluit van 30 mei 2023 de bijstandsuitkering van eiseres met ingang van 14 september 2022 gewijzigd naar een uitkering naar de kostendelersnorm voor een alleenstaande. Tevens heeft het college de bijstandsuitkering van eiseres over verschillende periodes herzien vanwege overschrijding van de toegestane periode van verblijf in het buitenland. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen deze besluiten, maar het college heeft deze ongegrond verklaard.
De rechtbank heeft het beroep op 22 oktober 2024 behandeld. Eiseres ontving sinds 10 augustus 2004 een bijstandsuitkering. Het college startte een onderzoek omdat eiseres niet op afspraken bij de werkconsulent verscheen. Uit het onderzoek bleek dat de zoon van eiseres bij haar op het uitkeringsadres woont en dat zij zonder melding in het buitenland verbleef. De rechtbank oordeelt dat het college voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat eiseres langer dan de toegestane periode in het buitenland verbleef, en dat de wijziging naar de kostendelersnorm terecht was. Eiseres heeft niet voldoende bewijs geleverd om haar standpunt te onderbouwen.
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat eiseres geen gelijk krijgt en geen vergoeding van griffierecht of proceskosten ontvangt. De uitspraak is gedaan door mr. L.C. Bannink, rechter, en is openbaar uitgesproken op 3 december 2024.